De publieke omroep moet flink investeren om de concurrentiestrijd met de grote techbedrijven niet te verliezen. Voorzitter Frederieke Leeflang van de NPO memoreerde dit onlangs in een interview met spreekbuis. En haar organisatie bevestigde het afgelopen week nog eens in een persbericht dat werd rondgestuurd in reactie op ‘incorrecte’ berichtgeving in diverse media over de begroting van de publieke omroep’. De Telegraaf berekende dat inmiddels zo’n twintig procent van de totale omroeppot in de vorm van organisatiekosten naar de NPO zelf gaat in plaats van de programmering. Dat is vooral om ‘gezamenlijke taken voor alle omroepen’ uit te voeren, aldus de NPO. Het was een van de weinige keren dat de publieke omroep openlijk reageerde op publicaties. Hulde! Een goed begin voor verdere openheid.
Toch blijft onduidelijk hoe de strategie er voor de toekomst uitziet en hoe het geld wordt besteed. Ik vroeg me af hoe de strijd van de NPO met de Googles en Netflixen van deze tijd er precies uitziet, want de doelstellingen zijn toch compleet verschillend? De mediagiganten investeren in content, maar doen dat doorgaans niet met het oogmerk de samenleving beter te maken. Het gaat om geld. De content op social media is vaak user generated en heeft als doel, zoveel mogelijk privé-informatie los te peuteren van argeloze individuen, opdat die kennis doeltreffend ingezet kan worden voor het verspreiden van reclame. Manipuleren van het publiek is het doel. De kans dat het vooral lukt met clickbaits genererende content (emotie, polarisatie, egoliefde, valse dromen verkopende influencers en uit de bocht vliegende politici) is groter dan dat het succes wordt gevonden in kwaliteitsaanbod.
Juist over het verbeteren van de kwaliteit horen we weinig
Vraag is dan ook: op welk van de hierboven genoemde terreinen is de publieke omroep nou eigenlijk in concurrentie met de techgiganten? Ik kan maar één argument bedenken: in de strijd om aandacht. En die kan alleen worden gewonnen met relevant kwaliteitsaanbod, gericht op de behoefte van de Nederlandse samenleving. Dat is dus een inhoudelijke uitdaging en geen technische of commerciële. En juist over het verbeteren van bijvoorbeeld de journalistieke kwaliteit, horen we bij de publieke omroep weinig.
Er zit dus iets vreemds in de strategische keuzes waarop de NPO zich laat voorstaan. Van de totale begroting van 980 miljoen wordt in 2025 20 miljoen geïnvesteerd in on-demand platforms, zoals NPO Start en NPO Luister. In 2025 stijgen ook nog eens de marketingkosten van 8 naar 12 miljoen. Waaruit bestaan die investeringen? In de toelichting die de NPO na publicaties in De Telegraaf gaf op het uitgavenpatroon voor 2025 ontbreken inhoudelijke doelstellingen. Het geld is bedoeld om de ‘digitale vindbaarheid en zichtbaarheid van de publieke omroep te versterken’. Maar die vindbaarheid zou vanzelfsprekend moeten zijn als de kwaliteit van het aanbod deugt en als de Nederlanders die een bijdrage willen leveren aan de maatschappelijke discussie een warm onthaal wordt geboden. Er ontbreekt een stip op de horizon. Dat leidt tot de conclusie dat misschien niet de vindbaarheid van het publieke aanbod een probleem is, maar de relevantie ervan.
Bezuinigen geven kans op nieuwe afwegingen
Sinds Jan Slagter (MAX) en Taco Zimmerman (AVROTROS) vraagtekens zetten bij de investering in voetbal is er een begin van een inhoudelijke discussie. In interviews met Spreekbuis bepleitten ze om de ‘bord op tafel’- uitzendingen van de eredivisie te gunnen aan de commerciële omroep. Volgens sportmarketingconsultant Chris Woerts die nu namens Talpa onderhandelt over de rechten, bood de publieke omroep vorige keer rond de 22 miljoen euro. ‘Dat was veel te veel. Die rechten zijn niet meer waard dan 10 tot 12 miljoen’, zei hij. Bovendien is volgens Woerts het aantal kijkers gehalveerd tot ongeveer 1,5 miljoen en is de noodzaak op zondag om zeven uur in te schakelen afgenomen vanwege digitale concurrentie. Met het argument dat sport op televisie jongeren aanzet om ook zelf actief te gaan sporten, rekende de publieke omroep onlangs zelf af in een analyse van Arjan Lubach. ‘Topsportsucces leidt niet tot groei van de breedtesport’, luidde zijn conclusie
Sportverslaggever Evert ten Napel gruwt bij de gedachte dat de ‘bord-op-tafel’-traditie kan verdwijnen. Jan Slagter stelde evenwel een belangrijke voorwaarde: de publieke omroep zou zich alleen uit de onderhandelingen over sportrechten moeten terugtrekken als uitzending op een open net gegarandeerd blijft. Voorzitter Frederieke Leeflang pleitte in een interview met Spreekbuis voor meer samenwerking tussen publieke en commerciële omroep in hun gezamenlijke strijd tegen de techgiganten. Hier ligt dus een mooie uitdaging. Met sport verliest de STER weliswaar een verdienkanon, maar de omroep raakt ook een zware kostenpost kwijt en de omroepen zouden geen knip voor hun neus waard zijn als ze er niet in zouden slagen om met goede programma’s dit gat ook weer te dichten. Als de stofkam onder druk van de komende bezuinigingen door de programmering gaat, ontstaat er ruimte voor iets nieuws.
Zet ramen en deuren open
Ik zie nog een ander terrein waar voor de publieke omroep kansen liggen. Waarom jaagt de NPO het publiek naar platforms als Linkedin, Spotify, Instagram, Threads en wat dies meer zij. Belangrijke kritische succesfactor van de bigtechgiganten is het faciliteren van user generated content, dus de zelfwerkzaamheid van het publiek. Sla de arm om al die Nederlanders die dag-in-dag-uit hun podcast maken, hun opiniebijdrage schrijven, hun discussies voeren, de inhoud van hun gedachten bespreken, soms vervallen in onzin maar vaak ook komen met inzichten waaraan de publieke omroep in zijn routine niet toekomt. Haal ze naar de publieke omroep. Gooi de ramen en deuren wijd open en hou ze niet zoals nu potdicht voor wie niet eerst door de NPO is goedgekeurd. Pas een lichte vorm van moderatie toe om er de onverantwoorde onzin uit te filteren, maar hanteer niet te veel beperkende regels want sterke controle aan de poort past niet meer in de tijdgeest. Nu is gebruik van de platforms van de NPO voorbehouden aan het geselecteerde gezelschap van eigen programmamakers, terwijl elke zichzelf respecterende krant ook een forumfunctie heeft. Het faciliteren van een breed publiek zou de publieke omroep veranderen van een naar binnen gericht systeem tot een open organisatie. Inhoudelijke innovatie kan de variëteit aan opvattingen vergroten en dat is van oorsprong precies ook het doel van de publieke omroep.
TON VERLIND
Comments