Bij de presentatie van het boek “Bye Bye Babyboomers” van Paul van Liempt (presentator BNR) en Paul van Gessel (hoofdredacteur BNR) afgelopen vrijdag in de Stadsschouwburg in Amsterdam, kon ik voor het eerst van mijn leven zelf ervaren wat het is om op grond van een niet door jouzelf gekozen kenmerk in een hoek gezet te worden. Het raakte licht aan discriminatie en dat voelt niet fijn. Omdat ik in 1950 ben geboren ben ik een babyboomer. En babyboomers worden in “Bye Bye Babyboomers” neergezet als een egocentrisch gezelschap van graaiers, die de opvolgende generatie hebben opgezadeld met een immens probleem: uitputting van de natuurlijke hulpbronnen, broeikasprobleem, kredietcrisis, enorme schuldenlast en de onbetaalbaarheid van de pensioenen van toekomstige generaties. Het was dus niet fijn om in dit gezelschap van overwegend dertigers en veertigers ontmaskerd te worden als babyboomer.
Jullie hebben het aardgas opgemaakt!
Door een interviewer werd ik na afloop van de boekpresentatie persoonlijk aangesproken op mijn babyboomachtergrond. “Jullie hebben ook het aardgas opgemaakt”, zei de videojournalist. “Julie hebben daarvan meegeprofiteerd”, antwoordde ik. “U bent bij uw vorige werkgever vertrokken met een premie”, zo sprak hij mij vermanend toe. Ik neem aan dat hij zich vergiste toen hij sprak over “miljoenen”. Ik sprak de omvang van het bedrag tegen, ontkende het feit op zich niet, maar wees hem erop dat die premie volgde op een trouw dienstverband van 30 jaar met uitmuntende resultaten en dat ik gebruik maakte van een recht, dat ik me niet heb toegeeigend, maar toebedeeld heb gekregen. Dus welk verwijt treft ons? Na het interview vertrouwde hij me toe, dat hij het niet kwaad bedoelde, het eerder in een artikel in een weekblad voor me had opgenomen. “Maar ja”, zo zei hij, “het is niet interessant om het daar nu over te hebben”. Ik realiseerde me, dat ik getuige was van de geboorte van een nieuw fenomeen, namelijk dat de samenleving geleidelijk aan overgaat in handen van 30-ers en 40-ers, die zich niet zien als product van de welvaart, maar als slachtoffer ervan.
Ieder voor zich
Auteur Paul van Gessel (foto) blies in zijn toespraak de loftrompet over de individualisering. Adapt dus van de ieder-voor-zich en God-voor-ons-allen filosofie, behalve dan God natuurlijk, want die is inmiddels afgeschaft: immers niet efficiēnt en nuttig, dus niet behorend tot het instrumentarium van de randstedelijke 30-plussers. Overigens is er weinig reden om trots te zijn op de individualisering, want behalve tot maximale kansen voor een fabuleuze persoonlijke ontwikkeling (positief), voedt de individualsering ook het egocentrisme en lijkt te leiden tot een deconfiture van de samenleving. Wie voelt zich nog verantwoordelijk voor het geheel? De 30-ers en 40-ers hebben het druk met hun carrières. Het zijn de babyboomers die nog lid zijn van verenigingen, jonge kunstenaars aan het werk houden door af en toe een schouwburg te bezoeken, hun schouders onder het vrijwilligerswerk zetten en zo het eroderende polderlandschap nog stutten waar het kan.“Hartelijk dank voor de Maagdenhuisbezetting”, zei een van de sprekers tot de schaars aanwezige babyboomers. Maar ook dat was cynisch bedoeld, want de democratisering van de universiteit heeft ervoor gezorgd, dat het systeem door de grote toestroom van middelmatige studenten verstopt raakte voor het echte talent. De spreker rekende zich uiteraard tot het echte talent. Het was dus eigenlijk geen fijne bijeenkomst, omdat er goedbeschouwd een Wilderiaanse geest waaide: wij tegen zij.
Wel on-line, maar niet bereikbaar
Er valt natuurlijk te discussiëren over de vraag wat de babyboom nou precies aan slechte en goede ontwikkelingen heeft opgeleverd. In ieder geval dat de mokkende 30-ers in betrekkelijke weelde zijn opgegroeid, op kosten van de samenleving in alle rust hebben kunnen studeren en in hun leasebakken het asfalt verstoppen. Of hebt u het gevoel, dat het alleen de babyboomers zijn die in hun SUV’s staan te wachten tot ze Amsterdam in mogen? Via hun riante posities op Wallstreet en bij de banken hebben ze ons tevens opgezadeld met de kredietcrisis, maar ook weer niet. Weliswaar zijn ze de gewillige dienaren van het grote geld, maar ze handelden in opdracht van hun bazen en dat waren natuurlijk weer babyboomers. Het woord “efficient” viel meerdere malen in de smalltalk op deze bijeenkomst in de Stadsschouwburg in Amsterdam. Alles moet van de aankomende generatie efficiënt, hetgeen iets anders is dan effectief. Dat bleek uit de woorden van de uitgever, die zich beklaagde over het feit dat haar auteurs blackberry’s en iphones ten spijt, nimmer te bereiken waren. Ze bedoelde het zowel mentaal (niet open voor suggesties) als fysiek (regelmatig zoek) “Ik zou niet meer zonder mijn blackberry kunnen”, verzuchte een van de jonge aanwezigen tijdens de nazit. Midden in een gesprek over dit onderwerp reproduceerde de 30-er ineens bloot uit het hoofd en ongevraagd zijn burgerservicenummer, kennelijk onder het motto: wie kan tellen bestaat! Het was bedoeld als bewijs van zijn digitale vruchtbaarheid. Er viel een pijnlijke stilte, geen van de omstanders was onder de indruk. We zagen het meer als teken van geestelijke impotentie. Vijftig jaar hebben de babyboomers ervoor geknokt om juist géén nummer te zijn en dan is het teleurstellend te moeten merken dat zo’n blaag er trots op staat te wezen, dat hij een nummer is.
Comments