De Nederlandsche Bank is een bastion van betrouwbaarheid. Kwaliteit en integriteit zijn buiten alle twijfel verheven. Althans: dat is een vanzelfsprekendheid waarmee het instituut naar zichzelf lijkt te kijken. Kritiek van buiten wordt zelden serieus genomen. Zeker niet waar het gaat om de pensioendiscussie. ‘Laat ik het voorzichtig zeggen: de uitstraling van de mensen die in de discussie over pensioenkortingen tegengas geven maakt bij De Nederlandsche Bank niet veel indruk’, zegt een voormalig medewerker die de cultuur van DNB van binnenuit kent. ‘Het wil niet zeggen dat de critici geen gelijk hebben’. Maar gelijk hebben en gelijk krijgen zijn in het kantoor aan het Westeinde in Amsterdam twee heel verschillende dingen.
Nieuwe stoerheid
Na de kredietcrisis in 2008 kwam de Bank onder felle kritiek. De toezichthouder had zitten slapen en zag de financiële crisis daardoor niet aankomen: dat was het beeld zoals de media dat schetsten. DNB zorgde voor revanche. Dit zou het eerbiedwaardige instituut nooit meer overkomen. Daarom ging het roer drastisch om en ontwikkelde de bank zich van de rustige data-analist naar de stoere toezichthouder.
Pensioenbestuurders de klos
O.a. pensioenbestuurders ondervonden de gevolgen, zeggen zowel financieel deskundige Pieter Lakeman als pensioenexpert Rob de Brouwer in hun weblogs. Zo kwam er een hertoetsing van pensioenbestuurders die streng werden beoordeeld op hun professionele kwaliteiten en hun persoonlijkheidskenmerken. Een onafhankelijke kritische houding jegens de bank of teveel begrip voor het maatschappelijke sentiment werden niet gewaardeerd. De neuzen moesten in dezelfde richting, hard ingrijpen werd de norm. Medewerkers van DNB werden in het beoordelingsgesprek aan het eind van het jaar beoordeeld op hun moed. Wie zijn tanden liet zien deed het goed binnen de nieuwe cultuur. Er was een grotere angst om pensioenbestuurders te zacht dan te hard aan te pakken. ‘In zo’n sfeer gaat de nuance verloren’, zegt Arno Eijgenraam, actuaris, inmiddels zelfstandig ondernemer maar ooit vele jaren als toezichthouder werkzaam voor De Nederlandsche Bank. Hij begeleidt nu pensioenbestuurders die het toetsingsproces bij DNB ongeschonden willen doorkomen.
Slachtoffers
De nieuwe stoerheid bij DNB maakte slachtoffers. ‘Veel kleine pensioeninstellingen zijn daaraan (de nieuwe strengheid/TV) onderdoor gegaan. Die hadden niet de fut en de middelen om tegen dit beleid van DNB in te gaan’, zegt Eijgenraam. Sommige pensioenbestuurders –hoeveel weten we niet- kozen eieren voor hun geld en wachtten een negatief oordeel van DNB niet af door ‘vrijwillig’ te vertrekken. Een publiek negatief oordeel betekende immers het eind van een carrière als bestuurder in de financiële wereld en kwam daarmee neer op een berufsverbot. Pieter Lakeman zegt op Youtube zonder voorbehoud dat DNB het toetsingsproces heeft gebruikt om af te komen van kritische pensioenbestuurders.
Daarom mengen pensioenbestuurders zich niet graag in de discussie
Dit is mogelijk een reden dat pensioenbestuurders zich in de discussie over de rekenrente niet graag kritisch opstellen tegenover Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank, omdat ze daarmee het risico lopen bij een eventuele hertoetsing als ‘ongeschikt’ uit de bus te komen. Dat Corien Wortmann, bestuursvoorzitter van het ABP daar na lang stilzwijgen mee heeft gebroken door aan te kondigen op zoek te gaan naar mogelijkheden om pensioenkortingen te voorkomen, wordt gezien als een dappere daad en ook als een teken dat in de pensioendiscussie de redelijkheid inmiddels ver te zoeken is en veel van wat er rond de pensioenen gebeurt niet meer aan de pensioendeelnemers is uit te leggen.
Het toetsingsproces is inmiddels wel wat humaner geworden. De nuance komt weer terug, ziet Eijgenraam. Pensioenbestuurders mogen nu een deskundig adviseur of een advocaat meenemen en treffen een iets meer gelijk speelveld aan, maar nog steeds verschijnen velen met bibberende knieën voor de toezichthouder en nemen ze het met hoge uitzondering op tegen de visie van DNB.
Weinig zelfreflectie
‘De organisatie wordt te weinig uitgedaagd tot zelfreflectie’, zegt Eijgenraam, over de cultuur bij DNB, ‘en raakt daardoor in zichzelf gekeerd’. Wie het niet eens is met beslissingen van DNB kan natuurlijk naar de rechter te stappen en wie protest aantekent wordt door de rechter soms ook wel in het gelijkgesteld, maar daarna komen ze toch weer voor het vervolg van een traject bij DNB terecht. ‘Daar krijg je dan met andere mensen te maken, maar soms wel mensen die elkaar bij de koffieautomaat ontmoeten en die zich goed weten te herinneren dat je naar de rechter bent gestapt. Niet elke DNB-medewerker is goed in staat om de voorgeschiedenis buiten beschouwing te laten. En als de medewerker dat al wel zou kunnen, dan durft de pensioenbestuurder daar vaak niet op te vertrouwen’. Je kunt bij verschil van mening met DNB wel een slag winnen, maar niet de oorlog, wordt gezegd.
Temperatuur rond pensioenen bereikt kookpunt
De nieuwe stoerheid zegt mogelijk iets over de manier waarop DNB-president Klaas Knot zich in de pensioendiscussie mengt. Of liever gezegd zich niet in de pensioendiscussie mengt. Terwijl onder gepensioneerden de temperatuur het kookpunt bereikt vanwege de dreigende kortingen, blijft Knot bij zijn beleid. Pensioenkortingen moeten er komen, zegt hij. Ze zijn onvermijdelijk. Het is beter om in een keer door de zure appel heen te bijten. Hij heeft het dan over de dekkingsgraad van pensioenfondsen die onder het vereiste percentage zijn gedoken doordat de marktrente tot vrijwel 0 is gedaald. Die lage rente wordt mede beïnvloed door beleid van de Europese Centrale Bank, waaraan Knot loyaal meewerkte tot het hem te bont werd en het ECB-beleid gevaarlijke trekjes begon te krijgen. Maar verder dan een zwak protest buiten de vergaderzaal kwam Knot niet en zo leek zijn bekommernis meer te liggen bij schuldenlanden als Italië die de kunstmatig beïnvloede lage rente nodig hebben om te overleven met hun immense staatsschuld dan bij de Nederlandse gepensioneerden die de tol voor dat beleid straks moeten betalen met pensioenkortingen.
Kritiek neemt toe
De kritiek op de manier waarop de dekkingsgraad wordt berekend neemt hand-over-hand toe maar DNB verwaardigt zich niet om daarop te reageren, doet geen noemenswaardige moeite om gepensioneerden uit te leggen waarom aan dit onverzettelijke standpunt wordt vastgehouden en dat leidt tot de vraag of de toezichthouder nog wel in contact is met de samenleving. ‘DNB heeft een sterke eigen cultuur’, zegt Eijgenraam. ‘Deftig heet dat ‘er is eenheid van beleid’. In die sfeer hebben zelfdenkende pensioenbestuurders of andere critici het moeilijk in hun relatie met DNB.
Geen twijfel
Er lijkt bij DNB geen zweem van twijfel te bestaan over het systeem waarmee de dekkingsgraad van pensioenfondsen wordt berekend, hoewel daartoe wel alle reden bestaat. In dat model speelt de marktrente van bijna 0 procent dus een dominante rol. Dat pensioenfondsen met hun aandelenportefeuilles heel goede rendementen maken wordt voor het vaststellen van de dekkingsgraad genegeerd. Het wondersysteem waarmee de financiële positie van pensioenfondsen wordt beoordeeld heet FTK, een afkorting voor Financieel Toetsingskader. Het is een ingenieus wiskundig model, vooral ontwikkeld door knappe koppen uit de beleggerswereld. Ze deden net alsof een pensioen een liquide, overdraagbaar product is, dus gemakkelijk verhandeld moet kunnen worden. Dat is immers hoe beleggers gewend zijn naar dit soort zaken te kijken. Maar pensioenen worden niet verhandeld. Het zijn lange termijn verplichtingen. Er is geen noodzaak om de waarde van dag tot dag te bepalen. Doen zich tegenvallers voor dan kunnen die over een lange periode worden uitgesmeerd, waardoor grote ingrepen op korte termijn niet nodig zijn. Pensioenbeleid hoort dan ook geen korte maar lange termijn beleid te zijn, vindt Arno Eijgenraam.
Complotdenken
Er is naar de pensioenen teveel gekeken vanuit het perspectief van beleggers. Toen de knappe knoppen uit de geldwereld rond de eeuwwisseling medewerkers van DNB confronteerden met hun wiskundige model werd dat met open mond ontvangen. De beleggers werden verafgood om hun kennis. ‘Bij DNB werd gedacht: die hebben de waarheid in pacht. Wie het niet begrijpt is dom’, aldus Arno Eijgenraam, zelf destijds ook overbluft door de nieuwe kennis. Daarom werden minder kritische vragen gesteld dan goed was. Rond het FTK bestaan veel complottheorieën, bv dat het systeem is bedacht om het pensioenstelsel onderuit te halen, waardoor commerciële verzekeraars een deel van de markt kunnen inpikken. ‘Gepensioneerden denken dat er op de achtergrond alle mogelijke belangen spelen, maar dat is volgens mij minder het geval dan je denkt’, zegt Arno Eijgenraam, hoewel hij moet toegeven dat niemand kan weten wat zich precies in de hoofden van politici op het allerhoogste niveau afspeelt en wat hun drijfveren zijn. ‘Het FTK is een slim systeem, maar wel met een aantal weeffoutjes die grote gevolgen hebben. Er zijn binnen dit systeem buffers nodig om de waarde van de pensioenen te kunnen garanderen. Maar inmiddels is het beschermen van de buffers tot doel geworden’.
Heilige Graal minder heilig dan gedacht
Wat valt er dan af te dingen op deze wiskundige formule die binnen de DNB de status van Heilige Graal heeft verworven? Eijgenraam: ‘De huidige rekentechniek (inclusief de rekenrente) is gebaseerd op wiskundige wetmatigheden. Wiskunde is een exacte wetenschap. Wie wiskundige wetmatigheden negeert houdt zichzelf voor de gek. Dat is de redenatie die je tegenkomt bij DNB en bij velen in de pensioenwereld. Mijn tegengeluid is dit: we hebben het hier over actuariële regels. Actuariaat is een wiskundige uitwerking van veronderstellingen. Met de wiskunde valt niet te spotten, maar met de veronderstellingen die eraan ten grondslag liggen wel. Er zitten minstens 10 inconsistenties in het FTK. Als je die eruit haalt zijn pensioenkortingen niet nodig’.
(wordt vervolgd)
TON VERLIND
foto: DNB
Comments