top of page
Zoeken

Elkaar matsen heeft een nieuwe naam: netwerkcorruptie

Het moet rond 2015 zijn geweest dat ik werd benaderd door een organisatie van gepensioneerden die zich afvroeg waarom er in de reguliere media zo’n eenzijdig beeld werd geschetst van de pensioendiscussie. De Nederlandsche Bank was al jaren succesvol in het verspreiden van het frame dat het pensioenstelsel op instorten stond en dringend herzien moest worden. Dat standpunt werd nagepapegaaid door een keur aan deskundigen, vaak met een wetenschappelijke of bedrijfskundige achtergrond, in ieder geval begiftigd met een belangrijke maatschappelijke status. De organisatie van gepensioneerden vroeg zich af waarom standpunten die afweken van de visie van De Nederlandsche Bank, de krant en de televisie niet haalden. Ik verdiepte me in de materie en deelde hun verbazing. Het bleek er met dat pensioenstelsel helemaal niet zo slecht voor te staan. Dat negatieve beeld klopte alleen als je de door DNB ontwikkelde en halsstarrig (prestige!) omarmde rekensystematiek volgde, maar niet als je afging op je gezonde verstand. Het totale pensioenvermogen immers was sinds 2008 gegroeid van zo’n 600 miljard naar 1200 miljard en bereikte vorig jaar met 2000 miljard een hoogtepunt (inmiddels door de actuele economische omstandigheden weer gedaald tot 1500 miljard), bepaald geen armlastig systeem.

Belangenverstrengeling

Ik zag een stramien: De Nederlandsche Bank was aanvoerder van de discussie en werd luid ondersteund door deskundigen die op de een of andere manier allemaal verbonden waren met DNB. Via een pensioennetwerk als Netspar, omdat ze ooit voor DNB  hadden gewerkt of de ambitie hadden in de financiële wereld nog een rol van betekenis te spelen, als minister het beleid van DNB uitvoerde, om later als lid van een commissie weer de effectiviteit van dat beleid te beoordelen. Wie standpunten had (en heeft) die afweken van DNB kon een loopbaan in de wereld van het geld wel vergeten, zoals bestuurders van pensioenfondsen ondervonden die hun functie alleen kunnen uitoefenen als ze door DNB goedgekeurd zijn.

Ik sprak met een topman van een van de grootste pensioenfondsen. Off the record, want je publiekelijk mengen in het pensioendiscours en daarbij afwijken van DNB was ook voor zijn carrière niet aan te bevelen. Hij ontkende dat hij de adem van DNB in zijn nek voelde, maar gaf gaande het gesprek toe dat je meestal wel een signaal van die kant kon verwachten als je standpunten innam die niet in het grote plaatje pasten. Wat me nog het meest verbaasde; hij zag dat niet als een inmenging in zijn recht om vrijelijk in de discussie te participeren. Zo ging het nu eenmaal. Maar wat in de loop van de tijd normaal is gaan lijken, hoeft dat niet zo te zijn.

Het viel me ook op dat een pensioendeskundige zich als wetenschapper in de discussie mengde en tegelijk een prominente functie kon vervullen in een politieke partij die mordicus tegen het huidige pensioenstelsel was. Hoe waren die uitgangspunten te verenigen, zo vroeg ik me af? Er zou minstens duidelijkheid moeten zijn vanuit welk belang de ogenschijnlijk ‘onafhankelijken’ zich in de discussie mengden, zo leek me.

Toxisch dossier

Dit was mijn conclusie: de pensioendiscussie is gebaseerd op een toxisch dossier, waarin belangen door elkaar lopen, gevoerd binnen een netwerk van mensen die voor hun huidige en toekomstige functies afhankelijk zijn van elkaar. Een netwerk waarbij de lui die adviezen uitbrengen over de hervorming van het pensioenstelsel, zelf een direct belang hebben bij het karakter van die adviezen. Ze beheersten de discussie en stuurden zo vanuit hun gemeenschappelijke belang met succes op hervorming van het pensioenstelsel, een proces dat nog volop loopt en waarbij menigeen de adem inhoudt omdat het nieuwe stelsel zo mogelijk nog ingewikkelder is dan het oude, met een ongewisse afloop voor de gepensioneerden die het betreft en die zelf niet bij de discussie zijn betrokken. Er is wél een verschil met 2015. De kranten die aanvankelijk meezongen in het door DNB georkestreerde koor beginnen onraad te ruiken: met regelmaat klinken de zorgen over deze transitie nu ook door in de krantenkolommen. Op televisie is de pensioendiscussie met uitzondering van Omroep MAX nog steeds een non-issue: te ingewikkeld.

Gesloten als een oester

Deze gesloten bestuurscultuur is in Nederland niet ongebruikelijk. Je komt hem ook tegen bij de publieke omroep, waar de aansturing met al die partijen met hun tegengestelde belangen zo ingewikkeld is geworden, dat het systeem alleen nog door informeel overleg gaande gehouden kan worden. In die netwerken gebeurt veel op basis van gunnen: ik doe wat voor jou, als jij iets voor mij doet. In zo’n systeem moet je vertrouwen op de blauwe ogen van je onderhandelingspartner, transparantie ontbreekt, er zijn winnaars en verliezers, maar of ze terecht winnen of verliezen onttrekt zich aan controle. De behoefte om nog kritisch te zijn naar elkaar ontbreekt, het maakt het samenleven alleen maar ingewikkelder. Als er kritische vragen over gesteld worden sluit het netwerk zich als een oester. Dat mechanisme heeft een negatief maatschappelijk effect, misschien zonder dat de betrokkenen het zich realiseren. Behoor je niet tot een van die netwerken, dan zul je niet gauw gehoord worden. Uitsluiting is dan je deel. Begeef je je buiten de smalle bandbreedte waarbinnen ‘het systeem’ kritiek nog accepteert, dan sta je alleen. Die ons-kent-ons cultuur is mogelijk een verklaring voor het feit dat afwijkende meningen zo moeizaam hun weg vinden naar krantenkolommen en de talkshowtafels. Dat uitsluiten gebeurt op grote schaal en is misschien mede een verklaring voor de frustratie die zich in de samenleving ophoopt. Populair uitsluitingsmechanisme is het verdacht maken van de persoon of het relativeren van zijn of haar belang. Dan hoef je immers zijn/haar opvatting niet meer serieus te nemen. Als veel gefrustreerden zich buitengesloten voelen, ontstaat er maatschappelijke onrust. En op die onrust gedijen organisaties die we hun succes liever niet gunnen. De gesloten Nederlandse netwerkcultuur is dus minder onschuldig dan hij lijkt.

Netwerkcorruptie

Sinds kort heeft het hierboven omschreven verschijnsel een naam: netwerkcorruptie, bedacht door mr. Dr. Willeke Slingerland, lector weerbare democratie aan de Hogeschool Saxion. ‘Netwerkcorruptie is een in Nederland wijdverspreid fenomeen en lastig te bestrijden’, zegt ze. Bij netwerkcorruptie zijn niet de individuele leden van het netwerk corrupt, ze zijn niet uit op persoonlijk gewin, maar het netwerk als geheel is corrupt omdat het samenspant rond een collectief doel, afwijkende meningen buitensluit om het gemeenschappelijke ideaal te realiseren. Het verschijnsel als zodanig is niet nieuw, de naam die er nu aan wordt gegeven is dat wel. Bovendien wordt het verschijnsel steeds brutaler. Het maakte CDA-adept Sywert van Lienden via zijn politieke connecties tot (tijdelijk) miljonair, maar wat hij deed ondermijnt het vertrouwen.  ‘Informele netwerken zijn een bedreiging voor de democratie’, zegt Willeke Slingerland deze week in een interview met het journalistieke platform Follow the money. Gesloten netwerken zorgen ervoor dat de macht van het bestuur toeneemt. ‘Maar de burger haakt af’, zegt ze

‘Het gros van de samenleving maakt geen deel uit van die netwerken; er zit geen enkele directe vertegenwoordiging meer in. Het speelveld is ongelijk en dat verzwakt de controle op de macht’. Deze gang van zaken kan volgens Willeke Slingerland beschouwd worden als handel in invloed, een vorm van corruptie die in internationale verdragen van de Raad van Europa en de VN strafbaar is gesteld, maar in Nederland -dat zich doorgaans ziet als het braafste jongetje van de klas- wordt geaccepteerd.

TON VERLIND

foto homepage: Willeke Slingerland/Saxion

Comentários

Avaliado com 0 de 5 estrelas.
Ainda sem avaliações

Adicione uma avaliação
bottom of page