Eric van Stade, algemeen directeur van de AVROTROS verkeert in positieve stemming als het gaat om de publieke omroep. ‘Er is echt een andere sfeer aan het ontstaan’, zegt hij, met meer oog voor het belang van de individuele omroepen. Het is geen politiek correcte opmerking, benadrukt hij. Het is echt zo! Mede te danken aan de komst van een nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur bij de NPO, Frederieke Leeflang. Tóch hangt er een grauwsluier van kritiek over de publieke omroep, vooral veroorzaakt door de talkshows. ‘Het is een meningencircus dat de reputatie van het totale bestel schaadt’, zegt hij. Dat negativisme belemmert het zicht op het vele goede dat de publieke omroep óók produceert, vindt hij
Misschien doe ik hem onrecht door dit verslag met dit citaat te beginnen, want het gesprek dat ik met hem heb, ademt verder een sfeer van optimisme. Maar de talkshows -visitekaartjes van de publieke omroep wil hij ze niet noemen- zijn nu eenmaal op dit moment de achilleshiel van de NPO, dus ontkomen we er niet aan om het er over te hebben. Temeer omdat hij gerekend kan worden tot de groeiende groep critici die zich ergert aan de oppervlakkigheid waarmee de praatprogramma’s zich in de dagelijkse opiniering storten en zo eerder bijdragen aan de maatschappelijke verwarring dan er een oplossing voor te bieden.
Eric van Stade (foto Spreekbuis)
Het scoort als je mensen boos tegenover elkaar zet
‘We willen er niet aan meedoen’, zegt hij. ‘Ik zou graag talkshows willen zien, waarin mensen met verstand van zaken vertellen wat ze van iets vinden, omdat ze ervoor gestudeerd hebben, zonder dat een populaire zanger met een kwinkslag alles wat die wetenschapper zegt tot niéts maakt’. Dat vindt hij verschrikkelijk, zo zegt hij met nadruk. Hij wijst erop dat uit een recent rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt, dat veel mensen de polarisatie, het tegen elkaar opzetten van mensen en meningen, vreselijk vinden en dat daarvoor vooral de politiek en de media verantwoordelijk worden gehouden. Ook in de praatprogramma’s worden meningsverschillen voortdurend uitvergroot. ‘Het is zo lekker om tegenpolen tegenover elkaar te zetten. Want het scoort als twee mensen boos op elkaar worden. Maar daar wordt niemand beter van’.
Hoe kan het dat de kritiek aanzwelt, maar de publieke omroep daarvoor doof is, wil ik weten? ‘Het komt’, zo vermoedt hij, ‘omdat wij als publieke omroep te veel gericht zijn op onszelf in plaats van de buitenwereld’. Het is scoringsdrift. Daarom doet zijn omroep er niet aan mee en begint ook langzaam het publiek af te haken. Bovendien zijn die praatprogramma’s een soort mengelmoesje dat vooral gezien wordt als het programma van de NPO. ‘Wij willen juist een eigen gezicht laten zien’.
‘In onze eigen talkshows hebben we het over onze eigen programma’s en wat ze gescoord hebben. Treuriger wordt het niet’
Hij is er voorstander van -al is dat vrij moeilijk- om te stoppen met het publiceren van de dagelijkse kijkcijfers. ‘Laten we ze nou eens een week na datum pas publiceren, zodat we ook alle terugkijkers kunnen meetellen. Dan is de hitte en de polemiek ervan af. Tegenwoordig hebben we het in onze eigen talkshows, over onze eigen programma’s en wat ze gescoord hebben. Treuriger wordt het niet. Laten we daar mee stoppen, zodat we televisie kunnen maken in rustiger vaarwater en ook programma’s kunnen laten gedijen. Als er nu één persoon op Mediacourant roept het is verachtelijk, dan wordt dat meteen overgenomen door de reguliere pers’.
Vind je dat jullie eigen journalistieke koers (niet de verschillen vergroten, maar de verbinding zoeken) duidelijk genoeg is? Daar zijn we hard mee bezig.
Het klinkt alsof je daarover nog niet tevreden bent? Dat zijn we nooit. Ik zie het als onze taak om in Een Vandaag ingewikkelde onderwerpen toegankelijk te maken. Dat doen we goed. En we verbeteren de inhoud door er een publiekspanel aan te koppelen. We zitten nu op tachtigduizend deelnemers. Als we willen weten wat die denken over bepaalde politieke keuzes, dan hebben we binnen twee uur van dertigduizend respondenten hun mening. Dat we die verbinding zoeken met het publiek wordt zeer gewaardeerd, zonder dat het verzandt in een simpele vox populi. Zo kunnen we de mensen in beeld brengen waar het om gaat.
‘Misschien vindt ON het fijn dat ze eruit gezet worden. Dan worden ze martelaar’
Dat brengt me bij Ongehoord Nederland. Daar komt nu een derde waarschuwing aan die mogelijk zal leiden tot verwijdering van deze omroep uit het bestel. Hoe kijk je daartegen aan? Ze zijn toegetreden tot de publieke omroep en daarmee accepteer je bepaalde journalistieke spelregels. Als je je daaraan niet houdt, krijg je een tik op je vingers. Dus dat vind ik terecht, maar het geluid waar ze voor staan moeten we binnen de publieke omroep wél laten horen. En bedenk: ze zijn er, omdat andere omroepen dat hebben verzuimd.
Dat geldt ook voor AVROTROS? Ja
Wat is daar misgelopen? De groep mensen die Ongehoord Nederland vertegenwoordigt is heel snel gegroeid, de omvang is pas tijdens Corona goed duidelijk geworden. Dat hadden we te laat in de gaten. We lopen als publieke omroep achter de feiten aan, dus dat hebben wij niet goed gedaan. Ook AVROTROS heeft een kans gemist. Hadden de omroepen eerder gereageerd, dan was Ongehoord Nederland niet nodig geweest.
Als ON uit het bestel verdwijnt, zouden dan WNL en AVROTROS het gat moeten vullen? Ik moet nog maar zien dat ze uit het bestel gaan.
Ik hoor je niet zeggen, zoals sommige van je collega’s wel doen: ze moeten weg! Nee, ze zijn er op een legale manier in gekomen. Ik wil wél hardop uitspreken dat ik met ON niets heb. Helemaal niets! Misschien vinden ze het wel fijn dat ze eruit worden gezet, want dan worden ze een martelaar.
Als het gaat om AVROTROS, waar ben je dan het meest trots op? Dat we mooie en toegankelijke radio- en televisieprogramma’s maken die mensen verbinden. En we doen aan activatie, we proberen ze ook in beweging te brengen, bijvoorbeeld via de panels van Een Vandaag en Radar. Die wisselwerking zorgt ervoor dat er een band ontstaat. Dat is iets waar AVROTROS op dit moment heel goed in is.
‘We sluiten niemand uit, waar andere omroepen dat wél doen’
Vind je zelf het gezicht van AVROTROS duidelijk genoeg? Nee, we komen uit een ingewikkeld fusietraject. We gaan dit jaar los. In juli vieren we het honderdjarig bestaan. En we starten in de aanloop daarnaar toe met een campagne, waarin we laten zien waar we voor staan. De introductie van het nieuwe logo is het begin. We willen uit onze comfortzone, een iets brutalere weg zoeken, innovatiever. Mensen moeten automatisch weten dat als ze AVROTROS-programma’s zien dat het gaat over cultuur, in de breedste zin van het woord, en rechtvaardigheid, over het activeren en zo het verbinden van mensen. We sluiten niemand uit waar andere omroepen dat bijvoorbeeld vanwege hun progressieve kant wél doen.
Cultuur en rechtvaardigheid: heb je daar een aparte omroep voor nodig? Daar heb je geen aparte omroep voor nodig. Als je over kunst en cultuur praat zijn er veel die dat toen: de NTR, de VPRO. Alleen die doen het allemaal op hun eigen manier. Wij willen kunst en cultuur toegankelijk maken voor álle mensen en dat is iets wat je de VPRO niet zo snel ziet doen. Dat is het grote verschil, dus die combinatie van factoren zorgt ervoor dat we AVROTROS zijn.
Jan Slagter ziet AVROTROS als een overbodige omroep: veel te onduidelijk profiel! Slagter heeft gemakkelijk praten. Het was de wens van de politiek om het aantal spelers te verkleinen. Door te fuseren hebben we ook voor Jan Slagter een groot probleem opgelost, waar hij zelf buiten blijft staan. Het heeft ons grote offers gevraagd, er zijn veel mensen ontslagen. Hij heeft géén idee hoe ingewikkeld zo’n proces is; je voegt twee organisaties samen en dan moet er een nieuwe cultuur ontstaan. Dat kost tijd.
Je zou kunnen zeggen: het is een vervelende operatie geweest die uiteindelijk niks heeft opgeleverd. De discussie rond de publieke omroep is gebleven, de besluitvorming is nog steeds even ingewikkeld en de fusieomroepen hebben grote offers gebracht. Was het dat waard? Dat het niets heeft opgeleverd zie ik maar als een prikkelende wijze van vraagstelling…. En de discussie rond de publieke omroep zal nooit meer stoppen. Al is het alleen maar omdat de publieke omroep gesubsidieerd spul is en dat zit de kranten in de weg bij het werven van advertenties. Een samenleving zonder publieke omroep lijkt me uitermate onverstandig. Als je het medialandschap over laat aan commerciëlen dan weten we wat er kan gebeuren. Ik heb tien jaar lang voor commerciële zenders geproduceerd. Ik ben er vol vuur voor gegaan, maar als ik terugkijk naar die tijd dan denk ik, en dat heeft misschien met mijn leeftijd te maken, was dat nou tv die tot iets kwam, die mensen ook iets meegaf?
Wat is het antwoord? Niet bij alle programma’s, sommige wel. En dat zit hier bij álle programma’s. Daar zit echt wel een maatschappelijke waarde in en dat vind ik mooi. De onderwerpkeuze en de programma’s die we bij AVROTROS maken liggen dichter bij me.
‘Ik kan niet meer zeggen, ik heb een ideetje’
Dat proces waar omroepen tegenwoordig doorheen moeten als ze een nieuw programma willen introduceren met die programmeertafels: daar krijg ik claustrofobie van! Dat moet voor iemand met een commerciële achtergrond een straf zijn? Ja, dat ben ik helemaal met je eens. Dat is verschrikkelijk als je uit de commercie komt, waar je vandaag een idee hebt wat dan volgende week op de buis kan zijn. Dat kan hier niet. Daar moeten we ons aan conformeren. Ik kan niet meer tegen Frans Klein of zijn plaatsvervanger zeggen: ‘ik heb een ideetje over iets met families, grote gezinnen, zou je daar iets voor voelen?’. Ik moet nu eerst een stuk tikken, uitgebreid, dan moet ik er een begroting bij maken en dan pas gaan ze over het idee nadenken. Ook de NPO vraag zich nu af: werkt dat wel?
Op dit moment is dat clubje van Pieter van Geel aan het werk en denkt na over het formuleren van nieuwe toelatingseisen. Wat hoop je dat daar uitkomt? Pfff…ik hoop dat daar een pakket van middelen uitkomt, op grond waarvan omroepen op hun maatschappelijke waarde worden beoordeeld, zoals bij ons de panels en het pakket programma’s dat we aan cultuur brengen en niet alleen op het ledenaantal of marketingactiviteiten van een omroep. Ik heb vertrouwen in de toekomst. De gesprekken die op dit moment tussen de omroepen en de NPO worden gevoerd zijn constructief en gaan uit van samen….
Is dit nu politiek wenselijke taal of meen je dit echt? Ik meen het uit de grond van mijn hart en ik zal er ook alles aan doen om eraan bij te dragen en het waar te maken.
Je hebt niet het gevoel dat je in een gevangenis zit waar je uit wil breken, maar het kan allemaal niet omdat….. Absoluut niet! Dat gevoel is helemaal weg. We gaan een nieuwe periode in waarbij de gezamenlijkheid een grote rol gaat spelen en individuele omroepen een eigen positie kunnen claimen en mogen uitstralen dat ze ergens voor staan.
TON VERLIND
Dit interview verscheen eerder op Spreekbuis
Eerder verschenen in deze serie:
Jan Slagter (Omroep Max): Laat de Vara-haan weer luid kraaien!
Bert Huisjes (Omroep WNL): Werkklimaat voor omroepjournalisten is onveilig
Peter Kuipers (KRONCRV): Publieke omroep handel teveel uit angst
Comments