In de loop van maandagmiddag werd duidelijk, dat ik een gevoelige snaar had geraakt met mijn column over Remko van Westerloo. Zoiets blijkt uit sterk verhoogde activiteit op “Geen Stijl” en het snel in aantal toenemende verwensingen. Sommigen daarvan druppen door naar de reactiesite van mijn weblog. Ze hebben een hoog “u bent een randdebiel”-niveau Die reacties komen van exotische fantasieadressen zoals ga@tochwegman.nl. Ooit ben ik met zo’n reaguurder een serieuze discussie aangegaan. Bleek het een intelligente man te zijn, die zich vanuit het Nokia-hoofdkwartier namens deze telefoonfabrikant mengde in discussies op internetfora. Om niet teveel uit de toon te vallen nam hij de mentale kleur aan van de andere reflectanten, maar het bleek een soort alias te zijn. Ons contact verliep daarna zo bevredigend, dat ik werd uitgenodigd voor een bezoek aan de Nokia-fabriek, een invitatie waarvan ik tot nu toe geen gebruik heb gemaakt.
Madiwodovrijdag-show
Aan het eind van de middag belde de redactie van de Madimodovrijdagshow van Paul de Leeuw. Of ik mijn opmerkingen zou willen toelichten in het programma. Zou kunnen, als ik er een afspraak voor zou verzetten. Om 17.00 uur belde de redactie nogmaals. “U weet als geen ander hoe televisie werkt”, zei de vriendelijke en zeer to the point opererende redacteur. Of ik –scherp geformuleerd- Remko Van Westerloo mede-verantwoordelijk hield voor de gebeurtenissen in Alphen aan de Rijn? Nee, natuurlijk niet. Ik heb willen betogen, dat alle mensen met verantwoordelijke functies, dus ook Remko van Westerlo, zich moeten realiseren dat hun handelen maatschappelijke impact heeft en dat je daarvoor je ogen niet kunt sluiten, hetgeen Remko gezien zijn opmerkingen in het Algemeen Dagblad wel lijkt te doen. We zijn allemaal verantwoordelijk voor de samenleving die we creëren. Daarin vormt commerciële televisie geen uitzondering. Zo wil ik de discussie niet voeren, antwoordde ik. “Ik bel u om half zes terug”, zei de redacteur. “Let op”, besprak ik met mijn echtgenote, “dat gesprek gaat niet door”. Om vijf over half zes kreeg ik een mailtje van de redactie. Bij nader inzien toch voor een ander onderwerp gekozen. “Jammer”, meldde ik naar volle waarheid terug, “ik begon er net zin in te krijgen”. Maar als geen ander weet ik, dat spannende televisie het niet van de nuancering moet hebben.
Ik wil dit mijn kinderen juist wel voorschotelen
Een dertiger met kinderen mailde me: “ik wil dit mijn kinderen juist wèl voorschotelen (bedoeld is: ordi-tv), in de beschermde omgeving van het eigen huis, om er vervolgens samen duiding aan te geven. Deze uitwassen nu weghouden betekent, dat ze er later, wanneer er geen of veel minder bescherming mijnerzijds meer is, alsnog en totaal onvoorbereid mee geconfronteerd worden”. Het lijken me bevoorrechte kinderen. “Het is onterecht, dat je alleen de commerciële televisie hierop aanspreekt”, schrijft “Henk de Kleine” vanaf het emailadres dekleinelettertjes@me.com. “Bij de Publieke Omroep vinden we louter verheffende pareltjes als Spuiten & Slikken en de diarree die uit Paul de Leeuw stroomt”.
Oogst
Het werd zo toch nog een leerzame maandagmiddag. Het is niet zozeer een probleem, dat er programma’s zijn waarin de zelfkant van de samenleving wordt geëxploiteerd, maar het is –denk ik- vooral de optelsom van al die programma’s, waardoor zo’n treurig beeld ontstaat. Het is ongtwijfeld niet een resumé van het werkelijke leven, maar hoe moeten kinderen begrijpen dat het een uitvergrote realiteit is, alleen bedoeld om de kijkcijfers op te krikken? Per saldo geldt: je oogst wat je zaait.
Comentários