Guido van Nispen (kritische mediamedewerkers): omroepbestel lijkt op stamppot
- Ton Verlind
- 28 mrt
- 4 minuten om te lezen
Hoe vergaat het de betrokken beleids- en mediamakers die kortgeleden anoniem met een plan kwamen voor een nieuwe inrichting van de publieke omroep? Je zou verwachten dat het vragen zou regenen over de inhoud. ‘Maar nee’, zegt woordvoerder Guido van Nispen. ‘Wie contact met ons opneemt wil alleen maar weten welke namen er achter dit initiatief zitten, want dan weten ze waar het gevaar vandaan komt’. Van een uitnodiging tot een gesprek met deze of gene leidinggevende bij de publieke omroep is het nog niet gekomen.
Op zich is de nieuwsgierigheid naar de afzenders wellicht te begrijpen? De validiteit van ideeën wordt doorgaans mede bepaald door het gezag en de expertise van degenen die ze bedenken. Wie zitten er achter het plan? ‘Een groep van zo’n vijfentwintig mensen uit de mediawereld, die al langere tijd praten over hoe het met het publieke bestel gaat. Allemaal mensen die weten van wanten’, zegt Guido. Waarom dan toch die geheimzinnigheid? Die heeft te maken met het algemene discussieklimaat in Nederland, waarbij het belangrijker is wie het zegt dan wat iemand zegt. ‘Loop je uit de pas dan word je gecanceld’. Hij is geschrokken, zegt hij van de angst die mensen hebben om met naam en toenaam in dit discours te treden ‘Je wordt afgezaagd, je wordt verbonden met de meest vreselijke dingen. Er is ook binnen de publieke omroep angst voor die afrekencultuur. Bij verschil van mening heb je meteen oorlog’.
Dat mechanisme wilden de betrokkenen voor zijn. Laat het deze keer maar eens gaan over de inhoud en niet wie wat zegt, want dan raakt het meteen aan vermeende achterliggende belangen die er in dit geval -zo bezweert hij- niet zijn. Ook niet bij hemzelf. Ooit adviseur en commissievoorzitter bij de Raad voor Cultuur, CEO van het ANP en lid van de Raad van Toezicht van AVROTROS staat hij inmiddels op enige afstand van de publieke omroep. ‘Het is de ideale positie om te reflecteren, een eigenschap waar het omroepbestel niet in uitblinkt’, zo constateert hij.
Wat is het motief van de groep van vijfentwintig om zich in de discussie te mengen?
‘De conclusie van deze groep is dat er bij de publieke omroep geen gemeenschappelijke doelstellingen meer zijn. Het gevolg daarvan is dat je per definitie een soort game of thrones krijgt. Dominante vraag is dan: wie krijgt de meeste centjes en rond die vraag is inmiddels een ingewikkelde structuur gebouwd, waar iedereen een hekel aan elkaar heeft en makers van het kastje naar de muur worden gestuurd’.
Ik vond het verschrikkelijk
Guido van Nispen maakte er vier jaar deel van uit als toezichthouder bij AVROTROS. ‘Ik vond het verschrikkelijk’, zegt hij. ‘De omroepen zijn verenigingen geworden met papieren achterbannen waar geen echt contact meer mee bestaat’. Hij verbaast zich over de reorganisatie van 2014 die leidde tot een fusie tussen zes omroepen (KRONCRV, AVROTROS, BNNVARA), een willekeurig aantal, een keuze die naar zijn mening op geen enkele visie is gebaseerd. ‘Ze kregen een bonus om samen te gaan. Die bonus was niet: dan moet je aan je achterban blijven bewijzen dat je betekenis hebt. Nee, de bonus was: als jullie samengaan en niet zeuren krijg je 25 procent extra. Dat vonden ze natuurlijk fantastisch. Dit is nu de werkelijkheid: ze zijn hun achterbannen kwijt. Ze hebben een soort amalgaan in het midden gebouwd, een stamppot, die niet meer is wat het ooit was’.
Dit is per definitie vragen om oorlog
Er zit kannibalisme in het systeem, volgens Van Nispen. Omroep Max groeide de afgelopen jaren tot een organisatie met ruim 400.000 leden met een beleid dat vooral op ouderen is gericht. Het zijn geen leden die er voor de publieke omroep bij kwamen, maar die bij de andere omroepen vertrokken omdat ze ontevreden waren over het beleid. ‘Als je in een tijd van verandering zo’n ingewikkelde matrix in elkaar schroeft als dit bestel is geworden, dan is dat per definitie vragen om oorlog. Want dan schep je krachten die zonder duidelijke doelstelling tegen elkaar in werken. Dan krijg je dat bestuurders heerlijk klagen over de NPO en de NPO mag klagen over de omroepen, samen klagen ze tegen de politiek en het leven gaat door. De mensen die willen veranderen durven dat niet en de mensen die geen behoefte hebben om te veranderen omdat ze het prima vinden, gaan het niet doen. Het begint een beetje voetbalclub-achtig te worden. De bestuurders zijn een soort trainers. Die gaan van club naar club. Net als de presentatoren. Die kiezen voor de hoogste bieder. Toen ik jong was had je Mies Bouwman. Die stond voor iets. Eva Jinek staat voor Eva Jinek, niet meer voor een eenduidige achterban’.
Het gaat altijd weer om meer budget
Er zijn teveel bestuurslagen, die op hun terrein allemaal succesvol willen zijn, ziet hij. ‘Als ik het platsla dan is de grootste uitdaging altijd weer om meer budget te krijgen’.
Of na deze scherpe kritiek de omroepbazen open staan voor discussie is natuurlijk de vraag. ‘We hopen natuurlijk dat ze veel van ons advies overnemen, maar los daarvan zou het al geweldig zijn als er transparante doelstellingen komen, waardoor de buitenwereld kan begrijpen waar het met de publieke omroep naar toe gaat’. Het is bizar, zegt hij dat er drie grote onderzoeken zijn geweest die aangeven dat medewerkers zich binnen de publieke omroep niet veilig voelen. ‘Dat kan toch niet? Dan moet de doelstelling zijn: in jaar X is dat wég’.
Hij hoopt dat Den Haag met een beleid komt waarin de doelstellingen centraal komen te staan en de organisatie en de toewijzing van geld de doelstellingen volgt. ‘Maar ik vrees dat het toch vooral weer zal gaan over de vraag of er zes, vijf, of vier organisaties moeten overblijven’. Het gaat niet om een beetje geld erbij of eraf. De publieke omroep is belangrijk en heeft waarde. ‘Het zou mooi zijn als gezegd werd: we gaan nu eerst bepalen wat die waarde is. Laat iemand met statuur het transitieproces begeleiden, iemand met voeling met dit bestel die in staat is een transitieplan te maken. Als dat er dan is gaan we uitrekenen wat ervoor nodig is om dat te realiseren. Dan kan iedereen zich weer veilig voelen’.
TON VERLIND
Het volledige rapport is hier te lezen:

Dank voor het goede gesprek, Ton. Of onze gedeelde afkomst uit Etten-Leur eraan bijdroeg? Waarschijnlijk wel. Je formuleerde het raak: we willen dat het over de inhoud gaat, maar de mensen blijven vaak in hun rol gevangen. In een publieke omgeving die steeds meer op een ‘Game of Thrones’-decor begint te lijken, is veiligheid geen vanzelfsprekendheid meer.
Het advies is inmiddels honderden keren gedownload en leidt tot gesprekken op tal van plekken. Toch blijven wij als opstellers vooral achter de schermen actief, waar de ruimte voor nuance groter is dan op het podium.
Wat we hopen, is dat de publieke omroep haar angsten weet om te zetten in ambitie — in een context waarin ruimte is voor verschil van inzicht…