‘Hoe is het om ten onrechte gebrandmerkt te worden als terreurverdachte’, kopt de Volkskrant (zaterdag 8 april 2023) boven een lang human interest verhaal over Eindhovense studenten die door justitie werden verdacht van het voorbereiden van een aanslag, omdat ze in de ogen van de AVID opmerkelijk gedrag vertoonden. Uit afgetapte gesprekken bleek dat ze naar geweldsvideo’s van IS keken, in de privé-sfeer spraken over het publiekelijk onthoofden van Geert Wilders en het doden van andere politici en online belangstelling toonden voor citaten van de bij jihadi’s geliefde islamgeleerde Ibn Taymiyyah. Tijdens corona kwamen ze in een garagebox bijeen om hun conditie op peil te houden en in de Ardennen deden ze aan watertraining. Justitie zag bij de vrome gelovigen een patroon en pakte het stel op. In de Volkskrant lees ik dat het ‘geen getroebleerde jongeren zijn, maar maatschappelijke hoogvliegers met academische studies en goede banen’.
Hun advocaat relativeerde dit gedrag. Het hoort bij het moderne studentenleven, wie kan er nou aanstoot aan nemen? De rechter achtte het voorbereiden van een aanslag niet bewezen en sprak vrij. So far zo good: als de rechter spreekt heb je dat in een rechtsstaat te accepteren. En dat doe ik ook. De vrijspraak staat dus in deze blog niet ter discussie. Hoe de Volkskrant vervolgens de vrijgesprokenen portretteert wél.
Dom geklets
Twee van hen, Samir (19) en Adil (21), studenten ict en Data Science aan de TU Eindhoven, spreken in de krant hun verbijstering uit over het feit dat ze werden opgepakt en voor langere tijd werden vastgezet. Hun namen zijn gefingeerd, op de foto zijn ze niet herkenbaar, dus voor mij als lezer zijn het anonieme bronnen. De verslaggeefster gaat mee in hun verontwaardiging en vraag zich af waarom bij justitie niemand op de rem trapte, want al tijdens het onderzoek was duidelijk dat het om kwaaijongensgedrag ging, aldus de krant. ‘Het ene moment ben je student aan de TU Eindhoven, het volgende word je afgeluisterd, van je bed gelicht en gebrandmerkt als terreurverdachte’, lees ik. ‘Hoe kan het dat niemand heeft gezegd; dit is dom geklets van vrienden onder elkaar?’
In dat zinnetje hoor ik de woorden van de advocaat die Samir en Adil heeft vrij gekregen en ook de verontwaardiging van de Volkskrant die zich naast de slachtoffers stelt in plaats van ze te vragen of ze zich op grond van hun eigen keuzes medeverantwoordelijk voelen voor dat wat hen overkwam? Een vraag die vaker gesteld zou mogen worden. Je zo gedragen dat je niet als een potentiële terreurverdachte wordt gezien lijkt me -als je zou willen- een koud kunstje, hoewel ik me realiseer dat ook wel de plank wordt misgeslagen door bepaalde bevolkingsgroepen bij voorbaat als verdacht te zien.
‘Een vrouw raak je niet aan, zoals je geen alcohol drinkt’
Verslaggeefster Anneke Stoffelen beschrijft en passant hoe ze voorafgaand aan het interview geen hand kreeg omdat ‘het een duidelijke regel in de islam is, dat je als man een vrouw niet aanraakt. Net zoals je geen alcohol drinkt’. Het kijken naar geweldsvideo’s en het filosoferen over het doden van politici valt kennelijk buiten die mores. De verslaggever moest -zo schrijft ze- ervaren dat de plaats van het interview op het laatste moment werd gewijzigd om afluisteren door de geheime dienst te voorkomen. We kennen dat uit films. Ik vroeg me af: waarom zou een gesprek, dat bedoeld is voor publicatie, niet afgeluisterd mogen worden?
Eigen schuld
De rechter heeft gesproken dus ik aanvaard dat oordeel, maar de verdenking ontstond op basis van gedragingen waarvan ik niet hoop dat het tot de normale levensstijl van de gemiddelde student is gaan behoren en zo wel dan is er alle reden tot tegenspraak. Ik had wel een paar kritische vragen kunnen bedenken, bijvoorbeeld hoe gewoon het is om naar instructievideo’s van IS te kijken en daarna de fantasie de vrije loop te laten. Dat deden ze om ‘zichzelf te informeren’, zeggen hun vrienden en een deskundige in de rechtbank noemde het intellectuele nieuwsgierigheid. ‘Ik denk dat dat klopt’, zeggen de geïnterviewden. ‘We zijn allemaal jongens van de uni, wij houden van discussiëren’. Discussiëren? Waarover dan? Of geweld tegen ongelovigen, d.w.z. iedereen die anders denkt, wel of niet geoorloofd is? Sommige jongens waren gefascineerd door extreem geweld en zagen IS-filmpjes volgens de rechter als ‘alternatief voor horror- en actiefilms’.
Waarom sta ik er bij stil?
Vanwege de meegaande houding van de Volkskrant, het gebrek aan verbazing, de vergaande empathie, het ontbreken van afstand naar het onderwerp, afwezigheid van de behoefte om tegengas te geven, het gemak waarmee deze geanonimiseerde jongens in de slachtofferrol worden geplaatst en ze toegang krijgen tot de krant, het feit dat zo’n verhaal in de peergroep waarschijnlijk bijdraagt aan hun heldenstatus, de manier waarop het medeleven van de verslaggeefster het wint van een kritische houding. Kortom: het zijn van deze krant niet goed te begrijpen keuzes en daarmee een vorm van morele greenwashing.
Comments