top of page
Zoeken

Jan Slagter: Laat de VARA-haan weer luid kraaien!


Hilversum – De vrolijkheid van zijn zomertenue (licht met zwarte schoenen) en de ontspannen sfeer waarin we praten staan haaks op de actuele staat van Nederland. Het is somberheid troef. Als de regering niet snel met maatregelen komt ‘gaan we zwarte sneeuw zien met elkaar’, voorspelt hij. ‘Dan krijg je sociale onrust’.

Hij is: Jan Slagter. In het land ook veelvuldig MAX Slagter genoemd. Met 430.000 leden en een eigen blad dat inmiddels groter is dan publiekslievelingen als Libelle of Margriet, is hij voorzitter van de grootste omroep van het land. ‘We zijn nu bezig met allerlei lokale initiatieven’. Zoals in Rotterdam waar drie vrijwilligers in een kerk elke dag maaltijden koken voor mensen die geen geld hebben voor eten. Hij zegt het met een gevoel van schaamte. Nederland is beland in een situatie die hij tot voor kort alleen in Moldavië tegenkwam. De alarmerende toestand lijkt te contrasteren met de betrekkelijke rust op het mediapark. ‘Wij als maatschappelijke organisaties -dat zijn we als omroepen- moeten veel meer doen met wat er op ons afkomt’.

Met deze opmerking raakt hij aan de achilleshiel van het omroepbestel dat de afgelopen jaren een opeenstapeling van bestuurlijke aanpassingen heeft gekend. MAX overleefde ze allemaal maar over de meest recente organisatiewijziging maakt hij zich nog het meest ongerust: de introductie van ‘genrecoördinatoren’. Het is een uitvinding ontstaan onder druk van, ja van wie eigenlijk?….. Hun komst heeft te maken met de opdracht ‘van buiten’, onder meer de Rekenkamer, om te zorgen voor meer transparantie.

Er gebeuren bij de publieke omroep dingen waarvan de logica niet altijd duidelijk is en de introductie van de ‘genrecoördinator’ is er een van. Geen idee hoe dat moet gaan werken, zegt hij. Eén ding weet hij zeker: zo wordt het besluitvormingstraject nóg ingewikkelder, gaat het nóg langer duren voordat je weet of een programma het haalt en dit op een moment dat de ontsporende maatschappelijke omstandigheden vragen om snelle actie.

Pensioenen

Neem bijvoorbeeld de discussie over een ander pensioenstelsel. Het is de grootste financiële operatie sinds de Tweede Wereldoorlog. Er zijn mensen die vrezen dat het voor ouderen een ramp wordt die vergelijkbaar is met de toeslagenaffaire. Het is een onderwerp dat binnen de publieke omroep, behalve van Omroep MAX , nauwelijks  of geen aandacht krijgt, terwijl het toch de positie van drie, vier miljoen gepensioneerden en een groot aantal werkenden fundamenteel raakt. In de programma’s van de NPO kom je dat thema nauwelijks tegen. Binnenkort moet de Tweede Kamer daarover beslissen. Er zou nu een groot pensioendebat georganiseerd moeten worden, vindt Jan Slagter, maar wil je dat binnen het huidige systeem voor elkaar krijgen dan heeft dat vele, vele voeten in aarde. De NPO stapelt in de aansturing laag op laag. ‘Ik kan een goed idee hebben. De genrecoördinator kan het een goed idee vinden. Dan komt de vraag: waar gaan we het plaatsen? NPO 1, 2 of 3? Daar gaat de genrecoördinator niet over. Dan gaat het naar de programmeertafel, waar ook weer allerlei mensen zitten die er iets van vinden. Voor je het weet ben je zo een jaar verder’.  Met zo’n besluitvorming sla je het creatieve proces dood, vindt hij. ‘Als  ik nú het idee heb dat er een pensioendebat moet komen, dan moet ik dat programma volgende week kunnen maken. Dát is televisie! Dát is inspelen op wat de samenleving wil, maar dat zijn we dus deels kwijt’. Volgens Slagter is het voor producenten een reden om met ideeën dan maar naar de commerciële omroep te stappen waar besluiten sneller worden genomen.

Steeds meer bemoeienis van buitenaf

Er is nog een ander punt van zorg. Het toenemend aantal externe partijen dat zich direct of indirect met de koers van de zelfstandige omroepen bemoeit. De Raad van Bestuur van de NPO legde Ongehoord Nederland een fikse boete op wegens schending van de journalistieke code. Dan is er het Commissariaat voor de Media dat de omroepen uitvoerig heeft bevraagd over hun journalistieke koers en andere programma’s. ‘Het commissariaat hoort zich daarmee niet te bemoeien’, vindt hij. ‘En als wij journalistieke codes die we zelf hebben ingesteld, overtreden, dan hebben we daar de ombudsman voor die daar iets van mag vinden’. De publieke omroep laat ook kansen liggen, vindt hij.  ‘Laten we wel wezen, er is een stroming in Nederland die andere ideeën heeft over de inrichting van onze samenleving, of je dat nou leuk vindt of niet. We noemden dat vroeger -en je mag dat tegenwoordig niet meer zo zeggen- de maatschappelijk teleurgestelden. Die groep is groter en groter aan het worden. Ze voelen zich niet gehoord door de publieke omroep’. Door onvoldoende belangstelling te hebben voor de maatschappelijke teleurstelling lokte de publieke omroep de oprichting van Ongehoord Nederland zelf uit, zoals Omroep MAX indertijd ontstond omdat de omroepen ouderen van zich had vervreemd door steeds te hameren op verjonging. ‘We hebben een taak om ook de mensen die teleurgesteld zijn een podium te geven’. Daarin schiet de publieke omroep tekort, zegt hij. Ongehoord Nederland zou die taak kunnen vervullen, maar slaat daarin de plank volkomen mis. ‘Ze zouden de stem van teleurgesteld Nederland kúnnen zijn, maar ze laten zich racistisch uit en verliezen zich in complottheorieën’. Daarmee verkwanselen ze het recht om deze positie te vervullen, vindt Slagter. Zeker na de jongste uitzending, waarin de omroep zonder voorbehoud willekeurige van Youtube-gepikte geweldvideo’s liet zien die volgens een onderzoek van het KRO-NCRV-programma Pointer niets van doen hebben met racistische motieven. Daarmee heeft ON zich definitief ‘gediskwalificeerd’, vindt Jan Slagter.

Omroepen hebben te weinig kleur

Ik wil het in dit gesprek nog hebben over de fitty die Jan Slagter had met de KRO-NCRV, de omroep die hij enige tijd geleden in een podcast een zodanige kleurloosheid verweet, dat die in zijn visie beter uit het bestel kon vertrekken. Er verschijnt een jongensachtige grijns als ik het onderwerp ter sprake breng. Wat vindt hij van de nieuwe profilering van de KRO-NCRV? ‘Mwaaa’, zegt hij en er valt een korte pauze. ‘Ik kwam als student in een koffiehuis. En dan stond er: morgen is de koffie gratis. Kwam ik de volgende dag, dan stond er nog steeds: morgen is de koffie gratis. Het is niet morgen, het is vandaag! Vandaag moeten we lief zijn naar elkaar, vandaag moet de wereld groener. Vandááág: niet morgen’. Eerlijk is eerlijk, hij heeft er niet zoveel mee. Die K bij KRO staat voor katholiek. En de C bij de NCRV voor christelijk. Maatschappelijk heeft dat nog steeds betekenis want er zijn veel mensen die diep in hun hart katholiek zijn en protestanten die de kerk bezoeken. Zelf is hij protestants met liefde voor het theatrale dat kenmerkend is voor de katholieken. Het uitzenden van de indrukwekkende Bloedprocessie in Brugge, waar hij woonde, stond lange tijd op zijn verlanglijstje en dat plan voerde hij uit. Niet de KRO, maar MAX zond de processie uit. ‘Daar zou de KRO-NCRV zich meer voor moeten inzetten en het betekent ook dat ze dan misschien kleiner worden. Maar de omroep is te algemeen geworden en spant zich in voor thema’s waar iedereen wel mee bezig is’.

We lopen meteen het hele rijtje maar even langs. Voor het gemak vat ik het hier samen: ‘het was een grote fout om BNN, een ijzersterk jongerenmerk, te laten samengaan met de VARA’. BNNVARA moet meer kleur op de wangen krijgen, herhaalt hij. ‘Bij de VARA zou de Rooie Haan weer luider moeten klinken’. WNL vindt hij een uitgesproken omroep die het goed doet, hetgeen niet betekent dat hij het altijd met ze eens is. De VPRO doet het als vrijzinnige organisatie goed. De EO heeft glans verloren en de AVROTROS is een wat kleurloze organisatie, deels bestaand uit een verzameling programma’s die de NPO daar plaatst ‘omdat andere omroepen ze niet willen uitzenden’. Dat alles vertaalt zich in dalende ledenaantallen. MAX is de uitzondering.

Schildert Slagter daarmee niet het eind van de ledengebonden omroepen?

‘Nee, dat denk ik niet. Ik verwijt de omroepen dat ze er (het versterken van hun draagvlak/TV) gewoon veel te weinig aan gedaan hebben. Ze hebben -om het plat te zeggen- het geld geïncasseerd’. Hij bedoelt daarmee de fusiebonus die de grote omroepen in 2015 hebben ontvangen als beloning voor het feit dat ze zijn gaan samenwerken, een aanzienlijk bedrag van vele miljoenen. MAX liet die bonus lopen, bleef zelfstandig en koos voor een actieve, zelfs activistische koers, bijvoorbeeld op het gebied van de pensioenen.  Hij verwijst naar het grote aantal mensen dat zijn omroep in zalen op de been weet te brengen. ‘Daar zitten dan zevenhonderd, achthonderd mensen en dan word ik drie keer onderbroken door applaus, niet omdat ze mij goedvinden maar omdat ik een duidelijke boodschap heb over de pensioenen. Je moet er wél voor die mensen zijn, je moet voor ze opkomen.’ Het is dát wat andere omroepen in zijn visie hebben nagelaten.

Op mijn lijstje staat natuurlijk ook de sfeer die is ontstaan rond de publieke omroep door de berichtgeving rond Shula Rijxman, de voorzitter van de Raad van Bestuur die begin dit jaar werd opgevolgd door Frederieke Leeflang. Na het vertrek van Shula Rijxman kwam naar buiten dat ze een vriendschappelijke relatie onderhield met een hoge ambtenaar op het ministerie dat gaat over de financiering van de publieke omroep, met de politieke baas van de publieke Omroep Sander Dekker op privé-vakantie ging en dat programmabaas Frans Klein de toenmalige directie van de VARA zou hebben gedreigd met zakelijke gevolgen als de omroep informatie zou vrijgeven over de kosten van het afscheidsfeest van Frans Klein bij de VARA dat werd georganiseerd in een restaurant waarvan Frans mede-eigenaar was. Kwesties die volgens de podcast Koster en Van Dijk op gespannen voet staan met opvattingen over good governance. Het zijn onderwerpen die op dit moment bij het Commissariaat voor de Media onder het vergrootglas liggen. Wie de reacties op social media volgt, ziet dat de discussie hierover de publieke omroep in zijn reputatie schaadt. Slagter nam Shula Rijxman en Frans Klein ruimhartig in bescherming, hoewel er toch intern ook kritiek is op hun functioneren.

Was het bij jou de hoffelijkheid van iemand die vindt dat je geen trap na moet krijgen als je vertrokken bent of ben je echt positief?

‘Ik vind dat lobbyen van Shula helemaal niet verkeerd’.

Lobbyen is niet verkeerd als het transparant gebeurt, met open vizier…

‘Lobbyen gebeurt toch vaak op een manier dat ik jou bel en zeg, joh: kunnen we het daar niet over hebben. Er komt vijftig miljoen bij, we gaan niet van drie naar twee netten. Ik noem maar een paar dingen. Lobbyen levert resultaten op en die kun je beoordelen. Daar zit de controle. Shula was wél de vrouw die de publieke omroep zoals we die nu kennen, bij elkaar heeft weten te houden. Ik vind het te gemakkelijk, om als iemand weg is, dan na te trappen. Shula Rijxman en Frans Klein hebben zich niet persoonlijk verrijkt’.

Je bent zo te horen geen fan van de podcast Koster & Van Dijk?

‘Het neigt naar roddeljournalistiek. Laat dat maar over aan Story en Privé. Ook Frederieke Leeflang had er zich niet over moeten uitlaten. Jongens, hou daar toch mee op!’

Kan het zijn dat je soepel bent ten aanzien van deze gang van zaken, omdat je hem heel goed weet te hanteren?

‘De indruk wordt gewekt dat ik bij alles mijn zin krijg. Dat is niet zo. Wij moeten ook knokken voor onze dingen’.

Je hebt toch je doelen voor vijfennegentig procent gerealiseerd?

‘Omdat we scoorden. Een programma als ‘We zijn er bijna’ heeft, inclusief uitgesteld, 1,6 miljoen kijkers. Dan heb ik toch het bewijs aan mijn kant dat we succesvolle programma’s maken? De publieke omroep doet het hartstikke goed. Kijk je naar het bereik dan scoren we hoger dan de commerciële omroep. In waarderingscijfers doen we het beter dan de commerciëlen. We hebben impact en dan wijs ik niet alleen op BOOS maar ook op MAX Vakantieman dat van Schipholbaas Benschop, nadat MAX had gedreigd een proefproces te beginnen, de toezegging lospeuterde dat alle passagiers die buiten hun schuld hun vliegtuig misten een compensatie krijgen. Dat gaat om miljoenen. Ook dat is impact. Dreigen met een proefproces: dat moet je durven’.

Laatste vraag: hoe gaat het met je opvolging?

‘Wat de toekomst brenge moge, mij geleidt des Heeren hand’. Dat is natuurlijk een grapje. Dit werk zal hij nog een aantal jaren doen en daarna wil hij nog actief blijven als programmamaker en ambassadeur van de omroep. ‘Over een kroonprins of kroonprinses laat ik me niet uit, want je weet: wie je noemt, wordt het nooit’.

TON VERLIND

dit interview verscheen eerder op het mediaplatform spreekbuis.nl

foto via Spreekbuis

Comments

Rated 0 out of 5 stars.
No ratings yet

Add a rating
bottom of page