De kleine levensbeschouwelijke omroepen zijn in rep en roer, omdat de minister fors gaat korten op de budgetten en de kleintjes en passant dwingt om terug te keren naar hun oorspronkelijke kerntaak, althans hoe de minister daar tegenaan kijkt. Terug in het hok.
Straf voor loyaal gedrag
Wat de CDA-minister doet is het opleggen van straf voor het loyaal meewerken aan de uitvoering van overheidsbeleid. Want het profiel van die kleintjes verwaterde onder meer, omdat ze -gedwongen in het programmeermodel- , werden gestimuleerd verantwoordelijkheid te nemen voor de populariteitsslag die bij de PO werd ingezet om het marktaandeel van de zenders te vergroten. Wat je ervan zou kunnen leren? Blijf trouw aan je principes en waai niet met alle winden mee, want op pragmatisme staat uiteindelijk een forse straf.
Het ging mis toen er een mainstreambeleid kwam
Een stapje terug in de tijd: “de publieke omroep is van ons allemaal”, werd een aantal jaren geleden het nieuwe beleidsadagium. De facto betekende dit beleid: streven naar grotere aantallen, ook in maatschappelijke segmenten waar “inhoud” een begrip van beperkte betekenis is. De publieke omroep werd door de Haagse besluitvormers in een onfatsoenlijke spagaat gemanoeuvreerd. 800 Miljoen aan overheidsmiddelen en STER: de vrees bestond dat de omvang van dat bedrag ter discussie gesteld zou worden als de publieke omroep er niet in zou slagen om zijn betekenis te vergroten. Het nieuwe mainstreambeleid vond zijn bekroning in het programmeermodel. Daarmee werden 2 doelstellingen nagestreefd: een meer overzichtelijke programmering door programma’s, gericht op dezelfde doelgroepen bij elkaar te plaatsen op 1 zender. Dit beleid moest leiden tot het optimaliseren (in werkelijkheid: maximaliseren) van kijkdichtheid en marktaandeel.
Niet meebewegen, dan naar de randen van de nacht
De recht-in-de-lijn omroepen zijn sindsdien sterk onder druk gezet om bij te dragen aan het “gemeenschappelijke doel”: zoveel mogelijk mensen uit zoveel mogelijk bevolkinsgroepen bereiken. Ze kregen alleen nog fatsoenlijke plekken in het schema als ze meegingen in de populariteitsslag en minder dogmatisch werden. Dus goten ze hun gedachtegoed meer en meer in de vorm van populaire televisiegenres. Zo droegen ze bij aan het realiseren van de collectieve doelstellingen. Het marktaandeel steeg, maar de boodschap verbleekte. Aldus de minister die net als andere politici weinig kijkt, maar deslnietteming uitblinkt in veel mening.
Een wedstrijd die niet gewonnen kon worden
Meest succesvol in de beleidsomslag was RKK, de omroep van de Nederlandse bisschoppen. Leo Fijen wist ze ervan te overtuigen, dat ze hun platform en het belastinggeld niet moesten gebruiken voor het bewieroken van zichzelf, maar vooral om vanuit levensbeschouwelijke betrokkenheid, de impact van belangrijke maatschappelijke gebeurtenissen op het persoonlijke leven zichtbaar te maken, in scorende titels. Hij zette daarmee RKK succesvol op de kaart, maar kennelijk op een manier die de huidige minister van omroepzaken niet meer herkent als “katholiek”, althans in de definitie die ze zelf hanteert. En daarmee ligt nu ook RKK net als die andere clubs stevig onder vuur. Afgestraft voor het feit dat ze meebewogen in beleid, dat door de Den Haag aan de publieke omroep werd opgedrongen, maar voor hen niet goed kon aflopen. Waren ze zuiver in de leer gebleven, dan zouden ze nu als marginaal verschijnsel zijn afgeserveerd. Nu ze medeverantwoordelijkheid hebben genomen voor het succes worden ze afgestraft omdat ze niet trouw zijn gebleven aan hun eigen uitgangspunten. Een wedstrijd die dus niet gewonnen KON worden.
Comments