Ik schreef het al eerder: de media doen geen verslag van de crisis, ze máken hem. Met crisis is hier de morele crisis bedoeld, de beschrijving van het verval van de samenleving, de toenemende polarisatie, het vestigen van het idee dat we als brullende leeuwen tegenover elkaar staan. Het beeld dus, zoals we dat avond-aan-avond in de populaire talkshows gepresenteerd krijgen en waar de kranten vol van staan.
SCP: er is niet veel veranderd
Afgelopen week verscheen een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau over “De staat van Nederland”. Het bevestigt de veronderstelling dat de echte werkelijkheid en de mediawerkelijkheid uit elkaar zijn gegroeid. Volgens dit rapport is er de afgelopen 25 jaar in Nederland in sociaal opzicht niet veel veranderd. Een aantal materiële zaken is verbeterd, de manier waarop we ons solidair voelen met onze naasten is ondanks de ogenschijnlijke verharding gelijk gebleven, de acceptatie van de aanwezigheid van mensen met een andere dan Nederlandse achtergrond is toegenomen. Een tamelijk redelijk en evenwichtig beeld dus.
Er zijn ook zorgpunten: de kloof arm/rijk is aan het groeien en wie de kabinetten Rutte de afgelopen jaren heeft gevolgd weet dat de geneugten van het economische herstel eerder bij het grote bedrijfsleven, dan de gemiddelde burger terecht zijn gekomen. Dat laatste is overigens een vaststelling voor mijn rekening die niet in het rapport van het SCP voorkomt. Im Grossen Ganzen gaat het goed met dit land en in onze persoonlijke omgeving ervaren we een grote mate van tevredenheid en geluk, zo meldt het Sociaal Cultureel Planbureau.
Mediawerkelijkheid en het echte leven verschillen sterk
Hoe kan het dan toch dat wie de krant leest, het gevoel heeft dat we in permanente crisis verkeren? Dat komt omdat de media-werkelijkheid en de echte werkelijkheid steeds meer uit elkaar zijn gegroeid. Het blijkt niet alleen uit dat SCP-rapport. Ook de Volkskrant geeft het nu toe bij monde van columnist Frank Kalshoven (zaterdag 16 december 2017). De redactie van de krant zou zich ongemakkelijk moeten voelen bij het SCP-rapport, schrijft hij. Het beeld in het publieke debat wordt volgens Kalshoven vertekend door een luidruchtige minderheid die heel dominant is geworden. Te beginnen op de social media en via de social media belandt die luidruchtige onjuistheid ook nog in de krant. De Volkskrant-redactie moet zich dus de vraag stellen; vervullen we onze taak als filter wel goed genoeg?, aldus de columnist.
Kalshoven heeft ongetwijfeld gelijk. Laten we eens naar Twitter kijken: dat heeft in de opiniëring een veel te dominante positie. Twitter bepaalt de media-agenda, de politieke agenda, het persoonlijke geluk. Twitter maakt en breekt reputaties, brengt mensen tot wanhoop, wordt door journalisten gezien als thermometer in de samenleving. Maar is dat terecht? Volgens recente cijfers wordt Twitter maandelijks door 2,6 miljoen Nederlanders bezocht. Het aantal dagelijkse Twitter-gebruikers bedraagt 900.000. Op een bevolking van 17 miljoen is dat een te verwaarlozen hoeveelheid. Verondersteld mag worden dat dit in het algemeen redelijke mensen zijn. Het aantal verwarde Twitteraars is vermoedelijk beperkt. Een klein groepje dus, waarvan het geroeptoeter door de massamedia constant wordt versterkt, maar waarvan de werkelijke betekenis getuige de staat van het land ” feitelijk beperkt is. Twitter ontleent zijn kracht aan dat wat we ervan maken, niet wat het in zichzelf is.
Columnist Kalshoven vindt, dat De Volkskrant-redactie zich naar aanleiding van het SCP-rapport de vraag moet stellen of de krant zijn filterfunctie wel goed vervult. En misschien beter zijn best zou moeten doen om de onzin wat meer buiten de kolommen te houden…..
TON VERLIND
Comentarios