Een werkgroep bestaande uit Antonie Dake (ondernemer), Ad ’s Gravesande (oud-programmadirecteur Avro), Nico Haasbroek (oud-hoofdredacteur NOS-Journaal), Koos Kalkman (directeur MultiMediaRaad), en Ivo Wildenberg (directeur Bridgecraft) hebben bij de kabinetsinformateur voorstellen ingediend om de publieke omroep te strippen. In hun visie houdt het nieuwe bestel zich alleen nog bezig met de serieuze kerntaken (nieuws, achtergronden, cultuur, educatie) en verdwijnt het amusement. De huidige radio- en televisiezenders verdwijnen. Daarvoor in de plaats komen 2 tvzenders en 2 radiozenders: 1 voor nieuws- en achtergronden (24 uur), 1 voor kunst en cultuur (24 uur). Uitzending gemist blijft bestaan. De reclame verdwijnt en het omroepbudget wordt verminderd van 800 miljoen naar ruim 370 miljoen euro. Ledengebondenomroepen verliezen hun invloed, ze worden getransformeerd tot productiehuizen. (zie de hoofdpunten)
Speeltje van randstedelijke hobbyisten
De initiatiefgroep is buitengewoon negatief over de publieke omroep zoals die nu functioneert en gaat daarbij ten onrechte voorbij aan het grote draagvlak dat het huidige bestel met de huidige resultaten heeft in de Nederlandse samenleving. De plannen van Dake c.s. ontberen een heldere visie op de samenleving. Ze ontkennen, dat Nederland vanuit zijn traditie een pluriforme samenleving is en dat we dit in de opinievorming graag weerspiegeld zien. Hoe kun je in de meningsvorming bijvoorbeeld een rol van betekenis spelen, zonder dat er een heldere inhoudelijke orientatie is vanuit verschillende visies, tenzij je neutrale kwaliteit en professionaliteit centraal stelt en dat is precies het manco in deze plannen: de publieke omroep nieuwe stijl wordt een speeltje van randstedelijke hobbyisten en zal op deze manier zijn aansluiting bij de samenleving missen.
Begin van het einde
De publiek omroep van Dake, ’s Gravesande, Haasbroek, Kalkman en Wildenberg komt in handen van een beperkt aantal mensen, invloed van professionals staat centraal en de financiers van dit alles (de belastingbetaler) staat aan de zijkant en raakt elke invloed kwijt. Dake en zijn companen leggen in mijn visie het fundament voor een dure, harteloze mislukking. Een publieke omroep zonder amusement en met beperkte outlets kan onmogelijk voor alle Nederlanders zijn, zal zijn marktaandeel snel zien dalen en maakt daarmee de weg vrij voor een discussie over de definitieve opheffing van een publiek bestel. Of het wordt in het overblijvende commerciele geweld (het vrijkomen van zoveel reclamegeld zal ongetwijfeld leiden tot het oprichten van nieuwe commerciele zenders) even zo marginaal als de PBS, de publieke omroep in de Verenigde Staten, waarvan veel Amerikanen het bestaan niet eens kennen.
Stop dit rapport snel in een la
Het is dus te hopen dat de kabinetsinformateur deze suggesties snel terzijde legt, vooral ook omdat het ondernemend groepje pretendeert te weten welke publieke omroep de Nederlanders ambieren zonder dat duidelijk wordt waaraan deze wetenschap wordt ontleend. Over het verlies aan arbeidsplaatsen en creatieve expertise zullen we het nog maar niet hebben: deze plannen gaan duizenden arbeidsplaatsen kosten.
Herpositionering gewenst
Het neemt niet weg, dat er ook serieus te nemen elementen zitten in de onderliggende analyses. Een publiek bestel moet vooral bijdragen aan politieke, maatschappelijke, culturele vorming en ontplooiing van ingezetenen van Nederland. Impact (betekenis) is dan belangrijker dan het realiseren van grote marktaandelen. De bedenkers van het plan leggen de vinger op de zere plek door zich te beklagen over het feit, dat marktdenken binnen de huidige publieke omroep veel te centraal staat en de diversiteit nu te groot is door zoveel spelers, vaak met onduidelijke profielen. Maar dat probleem kan ook binnen het huidige bestel worden opgelost door de maatschappelijke doelen voor de publieke omroep duidelijker en principieler te formuleren en daar de programmering op af te stemmen , eisen te stellen aan de representativiteit en afscheid te nemen van organisaties die niet aan kunnen tonen over voldoende geloofwaardig draagvlak te beschikken. Het schrappen van (alle) amusement is geen optie. Want ook Paul de Leeuw, Frans Bauer, Jan Smit en Andre Rieu zijn –of je het waardeert of niet- deel van ons collectieve culturele geweten. Ik denk wel dat de stofkam er door mag en dat de publieke omroep selectiever moet worden in de keuze welke amusementsuitingen serieus te nemen zijn en welke niet.
Comments