Terwijl de afgelopen maanden het mediapark zich in de publieke beeldvorming ontwikkelde tot het Sodom en Gomorra van sexueel grensoverschrijdend en anderszins intimiderend gedrag en een onderzoek om dat weer in de hand te krijgen zo’n 2 miljoen euro kostte (zoals we inmiddels weten uit het deze week verschenen financiële jaarverslag 2023 van de NPO), sloten topfunctionarissen van de publieke omroep zich op in een van de vele vergaderkamers om te praten over de ‘strategie voor de toekomst’. Dat was voor lang niet alle omroepdirecteuren een vreugdevol proces. ‘Positief’, vond de ene directeur, ‘want op zoek naar goede vormen van samenwerking met de NPO’. Een belediging vond een ander. ‘De NPO is goed in het geven van opdrachten aan bijvoorbeeld Boer en Croon voor het doen van onderzoek naar een strategie die we zelf bedenken’.
Volgens het geruchtencircuit zou met dat strategietraject een bedrag van 600.000 euro zijn gemoeid. Uit het jaarverslag van de NPO weten we inmiddels dat het om heel wat meer ging: 900.000 euro. Opmerkelijk dat de NPO er een extern bureau voor inschakelde. Een van de redenen dat de organisatiekosten van het centrale apparaat van de publieke omroep almaar groeien zit hem in het feit dat de NPO een eigen afdeling strategie oprichtte die kennelijk niet in staat is om zonder hulp een toekomstvisie te ontwikkelen.
Toekomstvisie is in nevelen gehuld
Voor bijna 1 miljoen zou er dan toch onderhand een begrijpelijke verhaal op tafel moeten liggen. Hoe het eruit ziet blijft in nevelen gehuld. Ik heb nog geen omroepdirecteur gevonden die er iets over wil zeggen. ‘Bang!’, lees ik in antwoord op mijn vraag waaraan dit stilzwijgen is toe te schrijven. De vraag wat de nieuwe strategie behelst blijft vooralsnog onbeantwoord. Arjan Lock, bestuursvoorzitter van de EO en woordvoerder namens de omroepen wil er desgevraagd wel iets over kwijt: ‘Het is een veelheid aan onderwerpen, waarbij omroepen en NPO samen optrekken’. Klinkt nog niet erg overtuigend. In de kern zou zo’n strategie toch samen te vatten moeten zijn? In zoiets als ‘de onafhankelijke positie van de omroepen wordt versterkt’ of ‘de omroepen leggen zich neer bij de sterke centrale rol van de NPO’.
Het is dat laatste beeld dat in de publiciteit overheerst: de honden blaffen maar de karavaan trekt verder. In haar zeldzame interviews hebben we de voorzitter van de Raad van Bestuur van de NPO, Frederieke Leeflang, nog niet gehoord over deze strategie. Behalve dan dat ze ‘in stilte werkt aan de hervorming van de publieke omroep’. En ook; dat ze mogelijkheden ziet om te bezuinigen. Hoewel ze niet aangeeft waar ze die mogelijkheden ziet, waaruit dan weer valt af te leiden dat ze niet als eerste aan haar eigen uitdijende organisatie denkt maar eerder aan de omroepen? Over haar visie laat Frederieke weinig los. Als vragen te kritisch worden, zoals onlangs in een interviewserie in De Balie, waar haar gevraagd werd waarom ze WNL-directeur Bert Huisjes beschuldigde van sexueel grensoverschrijdend gedrag terwijl hij daar niet van verdacht wordt, reageert ze kregelig.
Wat ze niet zegt is belangrijker dan wat ze wel zegt
Haar interviews zijn belangrijker om wat ze niet zegt, dan onderwerpen die ze wel agendeert. Als we de feiten en het beeld dat er uit ontstaat naast elkaar leggen ontwikkelt ze zich tot de ‘iron lady’ van de publieke omroep: zacht op de personen waarmee ze verder wil, hard op het beleid en de functionarissen waar ze van af wil. Dat proces gaat onverminderd richting het verminderen van de invloed van de omroepen en het versterken van de omroepbureaucratie. Dat is een voortzetting van het beleid van de afgelopen twintig jaar, hoewel omroepen er aardig in slagen om dat in de praktijk te frustreren. Denk aan de omroepfusies van 2014, waarvan ook Pieter van Geel van de gelijknamige commissie die met een voorstel kwam voor een toekomstig organisatiemodel, zegt dat ze eigenlijk niet echt zijn uitgevoerd. Tot een besparing van kosten in de overhead hebben ze volgens het onderzoeksprogramma Argos van VPRO en HUMAN in ieder geval niet geleid. En ook de NPO zelf groeit als kool. In 2022 waren er bij de NPO 465 fte’s in dienst. Dat aantal is inmiddels gestegen tot 510 FTE’s.
Er lekt veel geld weg
Behalve dat de NPO het afgelopen jaar bijna een miljoen kwijt was aan de ontwikkeling van een strategie, twee miljoen aan het gedoe rond grensoverschrijdend gedrag, was er ook een forse stijging te zien in juridische kosten die samenhangen met de mislukte pogingen om Ongehoord Nederland uit het bestel te krijgen. Er lekt volgens Frederieke veel geld weg door inefficiëntie. Zo hebben alle omroepen een marketingafdeling die dubbelt met die van de NPO. Maar de marketingafdelingen van de omroepen waren er eerder dan de NPO, zoals veel taken die de NPO in de loop van de tijd naar zich toetrok succesvol door de omroepen in gezamenlijkheid werden uitgevoerd. Het is een interessante tactiek: je creëert een probleem en legt de oplossing ervan bij de ander. Het zijn misschien niet per definitie onverstandige oplossingen, maar wat tegenstaat is het verhullende karakter van al dat gedoe, terwijl het alles bij elkaar toch gaat om de besteding van 1 miljard aan publieke middelen.
Zo is het hele programmeringsproces een ondoorzichtig gedrocht waar, om met topprogrammamaker Thomas Erdbrink te spreken, ‘onbekende mannen, zonder gezicht en zonder mandaat beslissen over de programmering van de publieke omroep’. Eigenlijk zoals ook Iran wordt bestuurd, voegde hij eraan toe. Dat de omroepen nog steeds niet met een duidelijk toekomstverhaal de boer opgaan is schadelijk voor de publieke omroep. Het geeft voedsel aan de gedachte dat de chaos blijft, eigenlijk zoals het de afgelopen twintig jaar al was: pappen en nathouden. De bal doet het werk.
Test