Wie de verwarring van deze tijd wil begrijpen kan zich het best verdiepen in de geschiedenis. De journalist Cees van Lotringen deed het en schreef er een boek over: “Tot hier en nu verder”. De ondertitel luidt: “Nederland op de drempel van een nieuwe tijd”.
Het boek schetst de opkomst (en neergang) van Nederland, maar bovenal het perspectief. We hebben een unieke volksaard, signaleert de auteur en die is gevormd door de geschiedenis. Nederlanders hebben geleerd het onmogelijke te presteren. Als we dat zelfvertrouwen, inmiddels enigszins overwoekerd door achteloosheid en gemakzucht, opnieuw mobiliseren zijn we niet alleen toegerust voor de toekomst, maar kunnen we door onze karaktereigenschappen onze leidende rol herpakken bij het oplossen van de problemen van deze tijd. Als geen ander volk hebben Nederlanders geleerd oplossingsgericht te denken.
We zijn creatieve ondernemers
De auteur beschrijft hoe het moderne Nederland uit strijd tussen bevolkingsgroepen met een verschillende culturele achtergrond en vreemde overheersers is ontstaan. Hoe protestanten en katholieken ooit als vijanden tegenover elkaar stonden. Hoe we het evenwicht hervonden. Het gebeurde nadat Luther zich afkeerde van de kerk, omdat pausen er een businessmodel van hadden gemaakt: door te betalen kon je een plek in de hemel kopen. Hierna volgde een periode van ethische heroriëntatie. Het gedachtegoed van de liberale Erasmus won het van de zuinige Calvijn. Erasmus gaf voorrang aan de eigen verantwoordelijkheid, Calvijn was directiever wilde het leven vastleggen in regels. Pragmatisme won het van de protocollen. Wat overwon was het vermogen van Nederlanders om het lot in eigen hand te nemen: creatieve ondernemers zijn het, de slachtofferrol past ze niet.
De strijd tegen het water en de behoefte om te overleven brachten het besef, dat samenwerken een succesvollere overlevingsstrategie is dan elkaar de hersens inslaan. Zo ontstond de tolerantie, een begrip dat nauw met onze cultuur is verbonden. De befaamde Nederlandse verdraagzaamheid is geen verzinsel, hij bestaat in werkelijkheid en verdient het om in ere gehouden te worden. We hebben er onze natie op gebouwd.
Moraal
Nederland ontstond niet zonder strijd. Moraliteit speelde in de geschiedenis, anders dan we vaak denken, een belangrijke rol, schrijft Cees van Lotringen. Dit vanuit het besef, dat het succes van de koopman niet houdbaar is als het niet is ingebed in ethisch handelen. Eerlijk delen is daarbij een belangrijk uitgangspunt: welvaart moet niet alleen ten goede komen aan het individu, maar aan de samenleving als geheel.
Afkeer van “de elite” is van alle tijden en die afkeer bereikt in de geschiedenis steeds een hoogtepunt als de welvaart alleen een kleine groep ten deel valt en daarbij het belang van de massa uit het oog wordt verloren.Nederlanders hebben ook een heldere opvatting over wat goed leiderschap is: leiders worden geacht het belang van hun burgers te dienen en niet omgekeerd. Maar bij goed leiderschap hoort ook goed burgerschap met rechten én plichten. De stem van de burgers die verantwoordelijkheid namen door lid te zijn van een beroepsgilde, bijdroegen aan samenlevingsopbouw, zichzelf ontwikkelden, niet in egocentrische zin maar ten faveure van het collectief, telde zwaarder dan van de mensen die op zichzelf gericht waren. Een kans op een succesvolle plek in het maatschappelijke leven was groter naarmate burgers zich engageerden.
Actuele situatie
In het licht van de geschiedenis maakt dit boek ook een analyse van de plaats waar we nu staan. Het gevecht tussen burgerij en elite woedt (weer) in volle hevigheid. Een aanzienlijk deel van het bezit is in handen van een kleine groep. De massa profiteert in beperkte mate van de welvaartsgroei en zoals in de achterliggende eeuwen neemt de ontevredenheid daarover toe.
Zelfontplooiing van de mens staat centraal, lekker jezelf zijn. Maar nu ter meerdere eer en glorie van het individu en steeds vaker ten koste van het collectief. Een begrip als solidariteit lijkt snel aan betekenis te verliezen. Het gaat de grote multinationals mede dank zij de globalisering voor de wind. Het profijt daarvan komt ten goede van een kleine groep geldschieters, het inkomen van de medewerkers die het succes mogelijk maakten staat in ontwikkeling al vele jaren stil. De winst uit ondernemen is privé, schrijft de auteur, de schade die er het gevolg van is, wordt afgewenteld op de samenleving en is publiek bezit. Steeds als egocentrisme de geschiedenis domineerde, keerde het volk zich tegen zijn leiders. L’histoire se répète: het zal herkenbaar zijn voor wie de actuele ontwikkelingen op de voet volgt.
Het vertrouwen in de politiek is tot een minimum gedaald. Wantrouwen regeert. De machthebbers trekken niet de juiste conclusie uit de groeiende ontevredenheid, ze kiezen niet de kant van de burger, doen geen beroep op het zelfoplossende vermogen van de Nederlandse gemeenschap, nee de overheid wantrouwt hem en dat uit zich in het optuigen van controlesystemen, protocollen, regels en boetes. Het is de taal die krachtpatsers meestal gebruiken als ze hun greep op de situatie dreigen te verliezen. Er is geen ideologie. Er is alleen pragmatisme. ‘Onze enige ideologie is economisch van aard’, signaleert Cees van Lotringen. Nederland is (op dit moment) een land zonder verhaal, zo luidt mijn persoonlijke samenvatting.
Vertrouwen in de toekomst
Toch eindigt dit lezenswaardige boek optimistisch, zoals uit dit citaat blijkt:
“We zijn een volk, dat sinds de vroege middeleeuwen door de moeilijke natuurlijke omstandigheden van dit stukje aarde een eeuwenlange karaktertraining heeft gehad. Wij zijn uit het juiste hout gesneden om in een toekomstige wereld van interdependentie en constante verandering een rol van betekenis te blijven spelen. We zijn hoogopgeleid en ondernemingsgezind. We staan in de top van vrijwel alle internationale lijstjes van welke vergelijking dan ook. Dat is niet zozeer omdat we bedeeld zijn met sterk visionaire leiders, maar vooral omdat we eigenschappen hebben die zich laten omschrijven als open, pragmatisch, antifatalistisch en oplossingsgericht. Natuurlijk, ook wij blijven in Nederland niet verschoond van de golven van populisme en van de nationale reflex om in perioden van spanning en onzekerheid ‘eigen volk eerst’ te roepen, maar de rode draad in onze nationale geschiedenis is er toch een van deugden waarmee we zelfbewust naar de toekomst kunnnen kijken: ‘veerkracht’, ‘vertrouwen’, ‘tolerantie en ‘vergevingsgezindheid’.
Persoonlijke noot
“Tot hier en nu verder” van Cees van Lotringen, uitgegegeven bij Writers United BV is van harte aanbevolen. Het laat zien, dat een discussie over Nederland zich niet laat verengen tot een discussie over “Zwarte Piet”.
Deze weblog is niet een complete samenvatting van de inhoud van het boek, maar een beschrijving van dat wat mij het meeste opviel, aangevuld met persoonlijke overwegingen.
Met dank aan Harm van der Vis, die me op het bestaan van deze publicatie attendeerde.
TON VERLIND
Comentários