Hijghijg. De zwemster snakt nog naar adem en dan wordt ze al voor de camera gesleept. Contractueel verplicht. Er is veel betaald voor de uitzendrechten. De tranen biggelen over haar gezicht. Niet als eerste geëindigd.
Kut
Er ontspint zich met de verslaggever een gesprek van ongeveer de volgende inhoud. “Teleurgesteld?”. In gedachte geef ik het antwoord. “Nee,natuurlijk niet. Blij dat het er opzit”. “Wat gaat er nou door je heen?”. Wat ze in werkelijkheid vermoedelijk denkt: lazer op en laat me dit even in stilte verwerken. De sportvrouwe weet wat er van haar verwacht wordt in dit koningsdrama en geeft blijk van haar diepe emotie: “ja, kut natuurlijk”.
“Als je iets harder had gezwommen, had je gewonnen”, zegt de verslaggever. De zwemster beaamt dat. Het klopt: wie het hardst zwemt, die wint. “Waarom is het dan niet gelukt?”, vraagt de verslaggever”. “Mijn concurrenten waren gewoon sneller”, zegt ze.
Dit is niet eens een overdreven weergave aan wat ik aan sportinterviews meepikte de afgelopen dagen.
Vaar toch wat harder!
Ik ben geen sportliefhebber en dan realiseer je hoe lang zo’n sportzomer duurt. Een paar keer heb ik me in het enthousiasme laten meeslepen. Bij de 100 meter, het koningsnummer van de Olympische Spelen, bijvoorbeeld. De volgende ochtend in alle vroegte meteen nu.nl geraadpleegd: kut, om in Olympische termen te blijven. Dafne als 5e geëindigd, als gevolg van een fysiek ongemak waar we niets van mogen weten, terwijl we normaal gesproken tot in detail worden geïnformeerd over bijvoorbeeld de wijze waarop de periodieke ongemakken van damessporters worden gereguleerd om toprestaties niet in de weg te zitten.
Als troost kijk ik naar zeilster Marit Bouwmeester. “Marit”, roept de verslaggever, terwijl ze vecht met te weinig wind, “wat doe je nou? Vaar toch wat harder anders lukt het niet”. “Goed dat hij het zegt”, denk ik. Marit zal er vast zelf niet aan gedacht hebben. Ze wint gelukkig goud.
Geheide gouden plak
Ik gun Dafne haar revanche en laat me meenemen in de euforie rond de 200 meter. “Vrijwel binnen”, als ik de commentaren moet geloven. Een geheide gouden plak. Alleen nog even doen. Nu.nl maakt vanmorgen na het ontwaken een eind aan de illusie. Slechts zilver! Ik merk dat ik er chagrijnig van word.
Circus
De Olympische Spelen zijn niet van de sport, ze zijn van het circus daaromheen. Een toneelstuk geschreven door verslaggevers en presentatoren. Met een spanningslijn die ze zelf bedenken. Eerst worden de verwachtingen opgeklopt. Dat is dus voorspellende journalistiek. Daarna worden uren gevuld met het analyseren van de deceptie. Dat is speculerende journalistiek. Zou het journaille zich tot de feiten beperken, dan was de sportzomer maar half zo lang geweest.
Zo organiseren we onze eigen teleurstellingen. Hoge verwachtingen zijn het voorportaal naar mislukking. Lage verwachtingen de weg naar succes. Hoewel we het niet zo slecht doen overheerst het gevoel van teleurstelling.
We zijn raar
Tegenvallers: daar weten we trouwens ook raad mee. Dafne haalde slechts zilver, maar wèl zilver met een gouden randje. We zijn heel goed in kleineren én opwaarderen tegelijk. Raar volk zijn we.
Diep respect voor al die sporters –winnaars of verliezers- die ondanks dit gekkenhuis hun waardigheid weten te bewaren.
Ton Verlind
Comments