NTR-directeur Paul Römer heeft het zich niet gemakkelijk gemaakt door een discussie te starten over de toekomst van de NPO (Telegraaf) en er meteen de oplossing bij te geven voor de problemen die hij signaleert. Dat is een tactische fout, omdat het analyseren van een probleem en tegelijk het geven van de oplossing altijd leidt tot gesteggel over de oplossingen en niet over de kern van het probleem. De oplossing van Römer, een reclamevrije publieke omroep, wil ik dan ook even parkeren, zodat het kernprobleem beter zichtbaar blijft.
De ziel is eruit….
De publieke omroep heeft zich volgens de NTR-baas teveel ontwikkeld richting mainstream en is daarmee onvoldoende onderscheidend. Het genereren van kijkcijfers is te belangrijk geworden en dat heeft in de programmering geleid tot “meer van hetzelfde”. De stimulans om te experimenteren is volgens Römer verdwenen en daarin heeft hij gelijk. De ziel is eruit, diversiteit en pluriformiteit hebben daaronder geleden. De publieke omroep is niet meer leidend, maar volgend.
Business as usual
De reactie vanuit het systeem is voorspelbaar. Zijn kritiek wordt gezien als vaandelvlucht, hij staat aan de vooravond van een aantal onprettige interne ontmoetingen. Alles moet immers blijven zoals het is, maar dat is een misvatting. De publieke omroep zou voorop moeten lopen in vernieuwing en daar geven de maatschappelijke omstandigheden alle aanleiding toe. Zolang het bereiken van een hoog marktaandeel hoofddoel blijft zal de programmering niet veranderen. Sterker: door de middelpuntvliedende kracht gaat alles nog meer op elkaar lijken, voordat de definitieve deconfiture volgt.
Gezellig met elkaar
Je ziet het aan de opiniërende talkshows, waarin de presentatoren het heel gezellig hebben met dat kleine areaal van gelijkgestemden, “smaakmakers” uit sport en media dat je afwisselend in alle programma’s tegenkomt bij zowel de commerciële als publieke omroep, in een eindeloze herhaling van steeds dezelfde standpunten.
Journalistiek onvoldoende aandacht
Amusement wordt door de publieke omroep nog steeds omarmd. De journalistieke programma’s worden afgeknepen, terwijl de maatschappelijk verwarring alle reden geeft om MEER in plaats van MINDER in journalistiek te investeren. Römer heeft gelijk: het is een doodlopende weg.
Concurrentie rukt op
Het medialandschap is sterk in beweging. Netflix heeft in Nederland 2 miljoen kijkers en begint een vluchthaven te worden voor wie van kwaliteit houdt. Je vindt er ook uitstekende documentaires, die voor meer dan een habbekrats gemaakt worden. Het vergelijkbare on-demand-platform van de NPO blijft ver achter bij die ontwikkelingen. Datzelfde geldt voor Uitzending-gemist: natuurlijk een mooie archiefbak, maar aangeboden in een chaotische omgeving met teveel beperkingen.
Jongeren vluchten massaal naar Youtube, waar je mondjesmaat ook wel de publieke omroep tegenkomt, maar in een rol van ondergeschikte betekenis. Het zijn ontwikkelingen die niet genegeerd kunnen worden. Het zijn problemen, maar tegelijk ook kansen.
Weinig daadkracht
Eerst was het voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur Henk Hagoort die manmoedig een fundamentele discussie aankondigde over de functie van de publieke omroep. Daarna deed Shula Rijxman een poging, maar daadkracht bleef uit. Men deed een plas en alles bleef zoals het was. En nu krijgen we dan als hoogste NPO-baas Martijn van Dam, die straks aantreedt terwijl de eierstruif nog van zijn pak druipt. Laten we zeggen dat hij -als het gaat om het zetten van dappere stappen- niet vanuit de meest gerieflijke positie start.
Benoem eerst de taak en kies dan de middelen
Römer heeft gelijk, dat de NPO toe is aan een fundamentele herbezinning op zijn taak. Dat daarbij ook wordt gekeken naar de vraag wat een puur commerciële muziekzender als Radio 2 nog doet binnen dit bestel, lijkt me logisch. En misschien is het hebben van 3 televisiezenders in plaats van 2, eerder een last dan een zege. Maar eigenlijk is die discussie nog niet eens zo relevant, want als de NPO zich opnieuw zou uitvinden in het licht van de huidige maatschappelijke ontwikkelingen dan komt daarna pas de vraag hoeveel geld en zenders er nodig zijn om die opnieuw benoemde taak in te vullen. Kwestie van de prioriteiten stellen in plaats van hetzelfde spoor blijven berijden.
Ik zou Römer met zijn opvattingen dus niet neersabelen, maar goed naar hem luisteren. Dat je -als je deel uitmaakt van “een systeem”- je moet conformeren aan dat systeem en het dus niet ter discussie mag stellen –zoals ik op Facebook lees-, lijkt me een nogal discutabele opvatting.
TON VERLIND
Comments