De publieke omroep maakt echt wel mooie programma’s. Laten we daar niet kinderachtig over doen. Maar waar het gaat om de rol van de omroep in het maatschappelijke debat moeten we toch vooral naar de journalistieke programma’s kijken en die liggen in de opinie behoorlijk onder vuur. Te eenzijdig, vindt een deel van het publiek. De omroep volgt teveel de agenda van de overheid en de gevestigde orde en te weinig die van het publiek. Tussen een deel van de samenleving en de omroep bestaat ronduit een vertrouwenscrisis. Hoe valt anders te verklaren dat de NOS de stickers van de reportagewagens moet halen om het werk nog onbekommerd te kunnen doen en kunnen verslaggevers van de publieke omroep zich op bepaalde plekken niet meer vertonen? Er is in het media-aanbod een teveel aan meningen en een tekort aan kennis van de feiten. Het bleek de afgelopen week toen de discussie rond het geweld in Amsterdam alle kanten uit zwabberde, van een pogrom tegen Joden naar een vooropgezet plan van de Israëlische geheime dienst om de publieke opinie te sturen. Antisemitisme, vond de een, moslimhaat vond de ander. Twee tegengestelde frames, gevormd in een split second, zonder kennis van de feiten.
Meer met de voeten in de klei
Het was een 16-jarige jonge verslaggever onder het pseudoniem Bender die deed wat de reporters van de publieke omroep nalieten: hij mengde zich in het strijdgewoel, deed er op Youtube live verslag van en kantelde zo binnen 24 uur de discussie. Hij stond met de voeten in de klei en dat is waar het in de moderne verslaggeving aan ontbreekt.: journalisten die hun tentakels uitslaan tot in de vaten van de samenleving, die niet uitgekotst worden maar vertrouwen winnen. Er is een teveel aan salonjournalistiek en een tekort aan verslaggeving die zich kenmerkt door observeren en rapporteren. Niemand weet meer wat zich in de krochten van de samenleving aan ongenoegen afspeelt en in welke verhoudingen: terra incognita, onbekend gebied. Die vaststelling zou bij de publieke omroep tot de grootste staat van alarm moeten leiden, een journalistiek deltaplan waardig, gericht op herstel van vertrouwen.
Een met nostalgie overgoten lofzang
Ik moest eraan denken toen ik afgelopen week de 1,5 minuut durende imagovideo van de publieke omroep voor het eerst zag: een met nostalgie overgoten lofzang op zichzelf onder het motto ‘De plek van ons allemaal’, publicitair verkocht onder de onjuiste claim dat dit het eerste samenwerkingsverband is van 13 omroepen. Dat klopt niet, omdat de publieke omroepen in het verleden bij grote nieuwsevenementen succesvol samenwerkten. Het was de tijd dat omroepjournalisten nog met vlag en wimpel werden binnengehaald omdat ze vertrouwen genoten. Er werd vruchtbaar samengewerkt binnen de actualiteitenprogramma’s. Maar het primaat van de grote nieuwsgebeurtenissen ligt tegenwoordig bij de neutrale NOS. Nog geen jaar geleden spendeerde de NPO bijna 1 miljoen euro aan juridische kosten om Ongehoord Nederland uit het bestel te verwijderen, een visie waarvoor uiteindelijk geen politiek draagvlak bleek te bestaan. Den Haag voelde de tijdgeest beter aan dan Hilversum. ‘Een plek voor iedereen’, geldt dus, als je kijkt in de ziel van het bestel, voor de een meer dan voor de ander.
Als je in een imagocampagne claimt iets anders te zijn dan de praktijk bewijst, vergroot dat niet je geloofwaardigheid. Misschien dat daarom de campagne overwegend lof krijgt van de eigen medewerkers en minder van het publiek waarop hij gericht is. Hoewel de NPO er een speciale afdeling publiek en marketing voor oprichtte overtuigt dit eerste ‘gezamenlijkheidsproject’ niet. De campagne zwelgt in nostalgie en communiceert vooral dat de kracht van het bestel in het verleden ligt en niet in de toekomst. Dat is een gemiste kans.
TON VERLIND
Ik kan me niet (langer) aan de indruk onttrekken dat er vanuit één punt (een machtsvacuüm) wordt aangestuurd naar alle publieke omroepen. In mijn tijd bij de KRO maakten we programma's met een humanitaire inslag, gericht op onze achterban. De verzuiling was behoorlijk divers, terwijl er tegenwoordig één linkse (bestaat links/rechts nog naar de eerdere maatstaven?) 'woke'-ideologie door het bestel raast. Het doet gewoon pijn als je ziet welke gasten keer op keer aan talkshow-tafels mogen aanschuiven, kritische geluiden geweerd worden, wetenschap 'zogenaamd concensus wetenschap' wordt genoemd, etc. Het is slecht gesteld met de journalistiek waarin het verkondigen en vooral verdedigen van het narratief (wie bedenkt het en stuurt het de wereld in?) de hoofdtaak is geworden. Vragen, vragen, vragen...!…