Als er 200 miljoen wordt bezuinigd op de publieke omroep, zal dat dan wel of niet ten koste van de kwaliteit gaan? De publieke omroep heeft zichzelf voorgesorteerd op de mantra “bezuinigingen gaan niet ten koste van de kwaliteit”. Dat moet wel, want zou iemand openlijk toegeven dat 200 miljoen bezuinigen straks te merken zal zijn dan prefereren de VVD en de PVV het afstoten van een net. AVRO-directeur Willemijn Maas riep zo’n discussie over zich af door een achteloze alnea in een Volkskrantinterview waar ze (hoe onverstandig) openlijk twijfelde over de vraag of de publieke omroep in staat zal zijn de kwaliteit te handhaven. Zoals vaak bij politiek omstreden beslissingen zal “windowdressing” hier de oplossing moeten bieden. De minister bezuinigt 200 miljoen, de publieke omroep doet alsof dit voor het publiek geen consequenties heeft en met zijn allen doen we alsof onze neus bloed.
Hoe gaan de keuzes eruit zien?
Hoe is het trouwens mogelijk dat de publieke omroep met 200 miljoen minder toekan en dan toch de kwaliteit zal handhaven? Door het inzetten van buitenlandse programma’s, aldus het bureau dat de gevolgen van de bezuinigingsmaatregel onderzocht. Het hangt er maar zeer van af, welke programma’s dat zullen zijn en waarvoor ze in de plaats komen. Het is niet moeilijk om titels van Nederlandse makelij te bedenken bij het vervallen waarvan de gemiddelde kwaliteit van de publieke omroep per definitie zal stijgen. Vervangen door buitenlands product kan inderdaad tot bezuiniging en kwaliteitsverbetering leiden, afhankelijk van de keuzes. Dat is dan geen compliment voor de makers van die Nederlandse programma’s: ze waren kennelijk al die tijd al overbodig.
Tot de dood erop volgt…
Welk genre zal het zijn, dat door de komende bezuinigingen gemilimeterd zal worden? Waarschijnlijk niet het amusement: daaraan heeft de NPO zijn succesvolle marktaandelen te danken. Jan Smit staat voor maximaal succes tegen een minimale financiele inspanning. Als er gekozen moet worden zou het voor de hand liggen om amusementair product te vervangen door relevant product. Maar dat is een dure exercitie. Voor de samenleving echt relevante programma’s zijn niet de goedkoopste, dus het vergroten van het serieuzere aanbod zal vermoedelijk niet de voorkeur genieten. Je kunt programma’s, die er toe doen kopen, maar het betekent dat we de komende jaren via een buitenlandse bril naar een analyse van onze maatschappelijke problemen zullen kijken dan wel moeten wennen aan buitenlands drama. De publieke omroep zelf hult zich merkwaardig genoeg in stilzwijgen over de toekomstige keuzes. De leden van de omroepen (met uitzondering van de bevoorrechte kaste die deel uitmaakt van de ledenraden) zijn er al helemaal niet aan te pas gekomen. Fundamentele vragen rond de publieke omroep worden almaar niet beantwoord. De vrees is gerechtvaardigd dat de omroepen amechtig vasthouden aan hun oude beleid, maar dan met minder geld. Dat leidt tot “corporate anorexia” en een afglijdende schaal. Iedereen weet het, maar niemand zegt het……
Comentarios