Er is veel onduidelijkheid over de vraag welke positie de publieke omroep claimt in het maatschappelijk debat. Het streven naar hoge kijkcijfers en de programma’s die dat oplevert wordt door critici gezien als de oorzaak van een kwalitatieve spiraal naar beneden. Dan zijn er nog de diverse integriteitsonderzoeken met een open eind: het grensoverschrijdend gedrag bij De Wereld Draait Door, de betrokkenheid daarbij van NPO-directeur Frans Klein die inmiddels al een aantal maanden thuiszit en alleen al door dat feit beschadigd is, het onderzoek naar al dan niet toegestane salarisconstructies dat door de Raad van Bestuur is uitbesteed aan het Commissariaat voor de Media. Daarnaast de poging om Ongehoord Nederland uit het bestel te krijgen. Ziedaar een omroepbestel in verwarring.
‘Zo drijf je ze in de armen van partijen die niet het beste voor hebben’
‘Niet verstandig’, vindt omroepexpert, influencer en HP/De Tijd columnist Ton F. van Dijk van de pogingen om Ongehoord Nederland buiten de deur te zetten. Als dat lukt zullen maatschappelijk teleurgestelde burgers die nu door die omroep vertegenwoordigd worden er een bevestiging in zien dat ze door het establishment niet gepruimd worden. ‘Zo drijf je ze in de armen van partijen die niet het beste met de samenleving voor hebben’. Het zou, zo vreest hij, rond de publieke omroep een negatieve dynamiek op gang kunnen brengen over de vraag waarom het Ongehoord-geluid niet met belastinggeld mag klinken en bijvoorbeeld de blijmoedige boodschap van de EO wel. Er gaan op de Haagse ministeriële burelen al langer vragen op of religie niet achter de voordeur moet. ‘Voor je het weet komt er na de volgende verkiezingsoverwinning van de BBB een coalitie over rechts met een zinnetje in het regeerakkoord dat we van drie naar twee netten gaan en dat over vijf jaar de omroepen afgeschaft zullen worden’.
Statler en Waldorf
Ik praat met Ton F. van Dijk op een zonnige voorjaarsmiddag in zijn tuin in Hierden. ‘Misschien klinken we teveel als Statler en Waldorf’, zegt hij in een korte onderbreking van zijn gepassioneerde betoog. Dat zijn de grumpy old men uit de befaamde Muppetshow die vanaf de zijlijn -een loge in een vintage theater- de wereld bespreken. Ze hebben wel meningen, maar geen verantwoordelijkheid. Maar ik zie als interviewer geen reden om in die relativering mee te gaan. Hij is immers de uitvinder van het programmeringsmodel (2006) dat het aanzien van de publieke omroep grondig veranderde en een gewaardeerd en soms fel bestreden onderzoeksjournalist. Ik ken hem al jaren, ook als direct collega. Bij de Kro werkten we in verschillende functies samen en daardoor weet ik: hij is geen man van trivialiteiten, er is een groot rechtvaardigheidsgevoel, misschien groter dan sommige van zijn critici kunnen verdragen. Hij geeft ook zelf toe dat hij vaak áánstaat. Niet meer altijd is de boog nog gespannen, vaker ook wint het kleine van het grote. Hij wijst op het vogelhuisje in de tuin. Als er een vogel landt maakt een camera automatisch een foto en die wordt doorgestuurd naar zijn telefoon.
Ik vraag hem welk cijfer hij deze fase van zijn leven geeft. ‘Een negen’, zegt hij zonder aarzelen. Het komt mede door partner Alice, die na ons gesprek van twee uur aanschuift op de bank in de tuin en het koffiekopje vult dat de afgelopen uren aan zijn aandacht is ontsnapt (‘sorry, had ík moeten doen’) en óók omdat hij zich na ernstige tegenslagen met zijn gezondheid heeft hervonden: als journalist. ‘Ik wil beoordeeld worden op wat ik nú doe’, zegt hij, ‘niet op wat ik in het verleden heb gedaan’.
Wat vindt hij van de manier waarop de Raad van Bestuur Ongehoord Nederland aanpakt?
‘Juridisch en procedureel klopt het wel, maar je moet verder kijken. De publieke omroep is een maatschappelijke organisatie die iedereen in de samenleving moet vertegenwoordigen. Via de bestaande omroepen zijn niet alle geluiden nog te horen, de publieke omroep is in zijn deficitstand gegaan. Er dreigt nu een grote groep uit het bestel te worden gegooid, omdat Arnold Karskens niet kan samenwerken met de rest van Hilversum. Dit leidt automatisch tot de discussie of dit bestel nog wel voldoet. Niet alleen de Ongehoord-mensen worden dan niet meer gerepresenteerd maar dat geldt ook voor een miljoen culturele moslims. Het eind van Ongehoord Nederland zal het begin inluiden van het eind van dit bestel en dat is heel zorgelijk. Ons grootste maatschappelijk probleem is dat er veel wantrouwen is, iedereen staat tegenover elkaar en maakt elkaar uit voor van alles en nog wat. Je zou hopen dat juist de publieke omroep een arena blijft waar al die groepen vertegenwoordigd zijn en op de een of andere manier met elkaar in gesprek blijven’.
‘De bulk bestaat uit gewone mensen, die teleurgesteld zijn’.
Hópen? Verbinden is toch de ópdracht van de publieke omroep?
‘Ze zeggen; wat moet je met die mensen? Maar ik zie ze als betrokken burgers die hun vertrouwen zijn kwijtgeraakt. Ze zijn niet allemaal fascist of nazi of wat ervan gemaakt wordt. Natuurlijk zitten er extreme elementen tussen, maar de bulk bestaat uit gewone mensen, burgers die hun best doen maar enorm teleurgesteld zijn, afgehaakt. Nou, die moet je júist aan je weten te binden. Als je ze eruit gooit bevestig je ze in hun wereldbeeld’.
Wat zegt het over de vorig jaar benoemde voorzitter van de NPO, Frederieke Leeflang?
‘Ze is voortvarend begonnen. Ze heeft afstand genomen van haar voorgangster wat zeer ongebruikelijk is binnen de omroep. Dat vond ik een indicatie dat ze onafhankelijk is. Ze heeft Martijn van Dam met zachte hand uit de Raad van Bestuur gekregen, niet zo heel moeilijk omdat hij niet opviel. Ze heeft laten zien dat ze wil doorpakken. Alleen met Ongehoord Nederland had ze minder haast moeten hebben. Koop tijd om druk uit te oefenen, in gesprek te gaan en respect over en weer te verdienen! Ik heb niet gemerkt dat dit gesprek gevoerd wordt. Eigenlijk is vanaf dag één gezegd; die gasten moeten we niet en dat wordt dan een self fulfilling prophecy. Gooi je ze eruit, dan zien teleurgestelde burgers daarin hun gelijk. Ze gaan stemmen op partijen die gemakkelijke oplossingen bieden en dat kan grote gevolgen hebben voor het land. De publieke omroep heeft hier een zware verantwoordelijkheid en ik vind dat Frederieke Leeflang daar te weinig oog voor heeft. Ik heb haar geen enkele uiting horen doen van die zorg. Ze geeft geen interviews en slaat uitnodigingen voor debat af. In mijn ogen is zij ook de chief storytelling van de omroep, dus ze moet elke kans grijpen om het ideaal waar ze voor staat te verwoorden. Zo laat je mensen zien dat je gewetensvol bezig bent, maar die angstige strategie van nu werkt niet. We hebben nog nooit iets van haar gezien of gehoord waaruit een soort idealisme, betrokkenheid of maatschappelijke verantwoordelijkheid blijkt’.
Kun je dat idealisme verwachten van een advocaat?
‘Ik had een positieve indruk. Ze was topadvocaat en vertelde in een interview dat ze regelmatig met haar vader belt om te weten wat hij van de dingen vindt. Een vrouw in die positie die dat hardop durft te zeggen, ik dacht: nou, dat kan wel eens wat worden. Ze brak met bepaalde conventies, gaf eerlijke antwoorden. Met een juridische bril kijken naar de NPO is ook helemaal niet slecht, want de afgelopen jaren is de omroep geleid op basis van handjeklap en vriendendiensten en dat ze dat terugbrengt tot een meer formele omgang met elkaar, vind ik niet zo gek. Ik dacht; dat kan wel eens een verandering ten goede zijn en ik vind het nog te vroeg om te zeggen dat het niet zo is’.
Mischa
Altijd zijn er wel actuele kwesties die om aandacht vragen. Op het moment dat we praten is er op social media de fitty met podcastmaker Mischa Blok (AvroTros), een gewaardeerd collega. Ze heeft in haar programma kunstenares Tinkebell, tevens ex-minnares van het in opspraak geraakte PvdA Tweede Kamerlid Gijs van Dijk aan het woord gelaten. Gijs was de afgelopen maanden onderwerp van onderzoek naar vermeend grensoverschrijdend gedrag, maar hij is vrijgesproken, omdat het ging om relatiekwesties in de privé-sfeer die zich afspeelden tussen volwassen mensen. Tinkebell herhaalt zonder bewijs alle beschuldigingen in het programma van Mischa, ook die van aanranding en wordt daarbij door de interviewster niet kritisch aangepakt. En dat in een periode dat omroep Ongehoord Nederland scherp onder vuur ligt juist wegens het kritiekloos verspreiden van ongefundeerde opinies.
‘Wat deed Mischa verkeerd?’, vraag ik Ton.
‘Mischa heeft geen wederhoor gepleegd, niet doorgevraagd en ze zegt evenmin tegen Tinkebell, oh, oh, heb je wel bewijzen voor die beschuldiging? Dat is journalistiek niet verantwoord en in strijd met de journalistieke code’. En daar wringt het. Ongehoord Nederland heeft voor deze onzorgvuldige manier van werken drie sancties aan de broek gekregen en wordt als het aan de Raad van Bestuur ligt uit het bestel verwijderd. Maar de onvolkomenheden waarop Ongehoord Nederland wordt aangepakt doen zich voor bij meer programma’s. Waarom hebben ze op de ene plek consequenties voor het voortbestaan van een omroep en worden andere klachtwaardige voorbeelden geaccepteerd? De uitspraken van de ombudsman met betrekking tot Ongehoord zouden aan kracht winnen als de Ombudsman de pijlen ook op andere tekortkomingen binnen de publieke omroep zou richten en breder onderzoek zou doen, vindt Ton F. De dag na ons gesprek komt het bericht dat AvroTros onder druk de podcast met Tinkabell offline heeft gehaald omdat haar beschuldigingen ‘niet geverifieerd konden worden’.
‘Bij veel programma’s kun je zeggen; er gebeurt iets raars’
‘Programmamakers hebben een bepaalde vooringenomen visie op de samenleving en maken dan een programma vanuit die visie. Als je daar op zou inzoomen dan zou je bij heel veel van die programma’s kunnen zeggen: er gebeurt iets raars, dit is vreemd, waarom zeg je dat, waarom vraag je niet door en geef je die persoon een platform?’. De Ombudsman heeft zich kwetsbaar gemaakt, door zich zo sterk te focussen op de omstreden omroep, waardoor de indruk kan ontstaan dat het instituut zich voor het karretje van de Raad van Bestuur laat spannen.
‘Ongehoord Nederland is een gemakkelijke prooi’, zegt Ton. ‘Ze maken programma’s met geld dat bij de andere omroepen wordt weggehaald. Dat maakt ze niet populair. Dus begint het al met gespannen verhoudingen, een weeffout in het bestel. Bovendien hebben ze een ander uitgangspunt. Er zijn heel veel mensen die hun vertrouwen in de instituties kwijt zijn, denk aan de toeslagenaffaire en Groningen. Dat is de stroming die ON vertegenwoordigt, op basis waarvan ze zijn toegelaten. Vanuit dat sentiment maakt ON programma’s en dan houdt die omroep zich ook nog niet aan de journalistieke normen van de rest. Dan krijg je een clash’. Hij vraagt zich af of de journalistieke code, zoals die nu wordt toegepast wel effectief is. Het is een interne afspraak waaraan alle omroepen zich moeten conformeren. Maar dit is een pluriform bestel.
‘Beter zou zijn te accepteren dat alles gezegd mag worden, maar begrensd door de wet. Wie het niet eens is met bepaalde visies doet aangifte bij justitie en dan wordt onafhankelijk, los van enige politieke invloed bekeken of er een grens is overschreden. Zo ja dan krijg je een enorme waarschuwing, nog een keer dan ben je exit. Het bestel is sterk genoeg om dat aan te kunnen. Het oordeel wordt nu geveld door de Raad van Bestuur en de staatssecretaris voor mediazaken, respectievelijk verbonden met het CDA (een lid van de RvB schreef mee aan het verkiezingsprogramma), VVD (de voorzitter doorliep een topklasje van de VVD, maar zegde haar lidmaatschap op) en D66; drie establishmentpartijen’.
Eigenlijk schets je een somber beeld. Er is een maatschappelijke crisis, maar binnen de publieke omroep is er ook een journalistieke crisis. Waar zit het journalistieke engagement?
‘De publieke omroep kan alleen overleven als die een bijdrage levert aan het oplossen van de maatschappelijke crisis. Als je dat niet snapt, niet ziet of niet op dat niveau betrokken bent en idealen hebt dan kan het niet goed gaan. Er zit nog veel engagement bij de programmamakers, maar die hoor je niet omdat er veel angst is. Toen ik kritische stukken schreef over de manier waarop directeur Frans Klein opereert kreeg ik veel bijval van journalisten. Maar toen ik vroeg: waarom besteden jullie er zélf geen aandacht aan, zeiden ze: we zijn voor ons programma afhankelijk van hem. Hun omroep wilde niet het risico lopen het programma kwijt te raken. Tegengas geven vraagt lef, want de consequenties voor je bedrijf kunnen groot zijn’.
Is er in de samenleving nog draagvlak?
‘Zelf vind ik dat er nog goede programma’s worden gemaakt. Ik vind de nieuwsvoorzienig van de NOS goed, wel erg neutraal, soms heel gouvernementeel, maar dat is inherent aan de functie. Nieuwsuur is fantastisch, het beste journalistieke plekje van de publieke omroep. Zembla, Argos, allemaal prima. Ook de omroepen hebben nog betekenis, omdat hun makers een soort van eigenheid hebben. Een centraal geleid bestel pakt niet per sé veel beter uit. Maar zolang de huidige omroepen en nieuwkomers in het bestel de druk ervaren om te convergeren, om allemaal hetzelfde te gaan maken om maar te overleven, dan is dát uiteindelijk de dood in de pot’.
Wat is de uitweg?
‘Dat de Raad van Bestuur een belangrijke vernieuwer maakt van de publieke omroep. Dat men bijvoorbeeld het lef heeft om te stoppen met Boer zoekt vrouw en dat programma overdraagt aan de commerciële omroep, want natuurlijk willen we het publiek niet teleurstellen. Dat we niet Jinek kopiëren omdat we hetzelfde aantal kijkers willen halen, maar dat we er met Sven Kockelmann een talkshow tegenover zetten waar vijftig minuten wordt gepraat over één onderwerp met niet meer dan drie gasten, zodat de kijkers een keuze hebben tussen Jinek, Vandaag Inside en Kockelmann. Dat bekend wordt gemaakt dat de NPO in plaats van Boer zoekt vrouw zes nieuwe grote formats gaat ontwikkelen in de verwachting dat er daar één van overblijft, dus de rest is experiment. Dat de Raad van Bestuur snapt dat daarmee de kijkdichtheid op zondagavond teruggaat van drie miljoen kijkers naar achthonderduizend en dan zegt: we nemen dat op de koop toe want we zijn de públieke omroep. Stel dat iemand, aanwezig op een persconferentie waar dat wordt bekend gemaakt ’s avonds thuiskomt bij zijn partner die hem vraagt: was het nog wat! Die partner is meteen wakker, doet het lampje aan en zegt: ‘Werkelijk? Gaan ze stoppen met Boer zoekt vrouw?…. Dan ontstaat er reuring. Dán krijg je een politieke en maatschappelijke discussie over dát waar het bij de NPO over hoort te gaan’.
TON VERLIND
deze blog verscheen eerder op Spreekbuis.nl
foto: Ton F. van Dijk, 2015, wikiportret.nl, fotograaf Alice Broere, toestemming; cc-BY-SA 4.0
Comentarios