31 augustus 2021
Wat wil je zeggen met je boek ‘Een schitterende slangenkuil’, is een vraag die me de afgelopen weken tijdens interviews vaak is gesteld.
Goedbeschouwd schetst het boek de ontwikkeling van een door de overheid ondersteunde coöperatieve samenleving (zeventiger jaren), waarin burgers veel invloed hadden op hun eigen leven, naar een controlestaat (2021), waarbij de overheid burgers vooral als verdachten is gaan zien.
De overheid is ontspoord
Niet de samenleving is in mijn visie ontspoord, maar de overheid. Die heeft in de loop van de jaren tal van problemen laten escaleren door ze onder het tapijt te schuiven en probeert nu de negatieve gevolgen te beperken met een sterk repressief beleid. De toeslagenaffaire is er een uitwas van, maar ook het falen in de aanpak van de criminaliteit met de moord op Peter R. de Vries als triest dieptepunt.
Zo heeft de controlezucht van de overheid ook de publieke omroep geïnfecteerd. Die heeft zich door overheidsingrijpen ontwikkeld van een pluriform systeem, waarin de hele samenleving zich vertegenwoordigd voelde, tot een eenheidsworst waarin een groot deel van de Nederlanders zich niet meer herkent.
Overheid wilde de problemen niet zien
Dit zijn ontwikkelingen die ik in mijn journalistieke loopbaan van nabij zag ontstaan en die ik in ‘Een schitterende slangenkuil’ beschrijf. Het is geen wetenschappelijke beschouwing, maar een persoonlijke verslag, uitgewerkt aan de hand van journalistieke dossiers waarbij ik zelf betrokken was. Zo is te zien dat in de tachtiger jaren de overheid het ontsporen van jongeren in de oude wijken niet wilde zien*, waardoor er een verloren generatie is ontstaan. Daar groeiden de lui op die nu voor een grijpstuiver als huurmoordenaar worden geronseld, zo hoorde ik een commentator zeggen in de nasleep van de gebeurtenissen rond Peter R. de Vries.
Problemen achteraf met harde hand aanpakken is contraproductief, zeggen de deskundigen. Ze moeten bij de wortel worden bestreden, lees: worden voorkomen.
Controle op controle
Het bovenomschreven proces is nog steeds gaande. Het gedoe rond Covid rijgt het volgende kraaltje aan de ketting van een almaar sterker wordende overheidscontrole. Misschien zijn al die regels op zich niet bedoeld om burgers te gijzelen en hebben ze in eerste aanleg de oprechte intentie om een crisis op te lossen of bestuurlijke processen te vereenvoudigen, maar als de crisis is getackeld (Covid) en het proces verbeterd (reorganisatie publieke omroep), blijft de controle altijd bestaan. We stapelen regel op regel en dat heeft een verstikkend effect op de samenleving.
Wet van de grote aantallen is dominant
Misschien is het ook dát wat een groeiend deel van de bevolking buiten de reguliere besluitvormingsprocessen stelt. Het gevoel van onmacht vertaalt zich in geweld tegen politici en journalisten, twee groepen die er moeite mee hebben om zich in die ongerustheid te verplaatsen. Dat komt omdat de wetten van de medialogica, het stelsel van regels dat bepaalt welke onderwerpen wel of niet de media halen, daar onvoldoende ruimte voor laat. Engagement is uit, pragmatisme is in. De nieuwsstroom wordt gedomineerd door de wet van de grote aantallen en dat leidt tot een eenheidsworst, waarin een groot deel van de samenleving zich niet meer gehoord voelt. Bij de publieke omroep is dit het sterkste.
Ik ben benieuwd of de lezers van mijn boek die tendens zien in dat wat ik in ‘Een schitterende slangenkuil’ beschrijf. Het is ook prima als deze analyse niet wordt gedeeld, want dan ben ik benieuwd naar een antwoord op de vraag waar mijn waarnemingen niet kloppen. Dan zijn we daarover in gesprek en mijden we in ieder geval niet -zoals de publieke omroep consequent doet- het debat over de richting die we zouden moeten inslaan om de problemen de baas te worden. Hierover gaat in feite ‘Een schitterende slangenkuil’, gegoten in een persoonlijk verslag van vijftig jaar journalistiek, zoals ik die periode beleefd heb.
*Zie in ‘Een schitterende slangenkuil’, het dossier Zuilen.
TON VERLIND
Comments