Als programmamakers, Lennart van der Meulen (directeur VPRO), Jan Slagter (directeur Max), De Telegraaf, NRC en tal van kijkers- en luisteraars zich druk maken over de beslissingen bij de publieke omroep moet er wel iets mis zijn. Het ongenoegen over het beleid van de NPO is de afgelopen dagen behoorlijk gevoed met de aankondiging van de zoveelste koerswijziging. Op zoek naar “succes” kiest de top van de NPO –in toenemende eenzaamheid- zo ongeveer elk jaar voor een ander beleid. De keuzes worden gedomineerd door “rendementsdenken” zeggen de critici van de NPO. Ze vinden dat creativiteit, innovatie, originaliteit, dus de behoefte om zich te onderscheiden van de commerciële omroep dominant zouden moeten zijn: zet de mensen centraal, niet de cijfers. Als er zoveel koerswijzigingen nodig zijn in zo’n korte termijn en de NPO blijft almaar ontevreden over de eigen resultaten, dan moet er iets mis zijn in de visie. Voor D66 nu aanleiding om hierover met de minister in discussie te gaan. Op deze weblog een samenvatting van bijdragen die de afgelopen week op mijn Facebook-account de revu passeerden en waarop meer dan gewoon werd gereageerd:
Lennart van der Meulen: Noord-Koreaanse mentaliteit Bij het centrale gezag van de Nederlandse Publieke Omroep heerst een Noord-Koreaanse mentaliteit: met deze opmerking zal VPRO-directeur Lennart van der Meulen, vorige week gedaan, zich bij de NPO niet erg geliefd hebben gemaakt. Maar heeft hij gelijk?
Dromen van centralisatie De NPO zet sterk in op centralisatie. D.w.z.: het liefst zou men de zenderkleuring en de programmering aansturen vanuit één hand. Hoofddoel daarbij is het halen van de gewenste marktaandelen. Door de politiek laat de NPO zich opdringen, dat er VEEL mensen naar de publieke omroep moeten kijken en dat IEDEREEN bereikt moet worden, ook dus de mensen die geen boodschap hebben aan inhoudelijk relevante programmering, omdat ze alleen maar geamuseerd willen worden of jongeren die helemaal geen boodschap hebben aan de manier waarop de publieke omroep zichzelf organiseert. De pogingen van de NPO om ze toch te bereiken hebben de kenmerken van een wanhoopsoffensief.
Kijk naar radio 2. Het was een full service-zender. Lichte informatie afgewisseld met muziek. De presentatoren maakten programma’s die bij hun persoonlijkheid pasten en daarom was het een aardige zender, waar het ook nog eens ging over andere onderwerpen dan de thema’s waarmee we nu overal platgebombardeerd worden. Maar de zender moest mee in de dynamiek van de tijd. Dwz: er moest gescoord worden in een jongere doelgroep. De presentatoren hebben zich van hun eigenheid moeten ontdoen en laten nu muziek horen die door de NPO wordt voorgeschreven. Inhoudelijk gaat het nergens meer over. Het is een top-40 machine geworden, niet bepaald een publieke taak.
De macht van het cijfer telt Hoe creëer je hoge marktaandelen? Door kopieën te maken van succesvolle programma’s en daarvan weer kopieën te maken. Je bereikt dan wel een groot publiek, maar het nadeel is ook dat het totale televisie en radio-aanbod gaat lijken op dat wat ook door de commerciële omroepen wordt aangeboden; meer van hetzelfde.
Oppositie wordt monddood gemaakt Veel amuserende formats zouden moeiteloos geskipt kunnen worden omdat ze een rip off zijn van succesvolle programma’s van de commerciële televisie. Het zijn de omroepen die af en toe nog eens op de rem trappen, omdat ze een idealistische doelstelling hebben, voor zover ze in het realiseren daarvan niet ontmoedigd worden. De Raad van Bestuur zet alles op alles om de angel uit deze oppositie te halen en de meeste omroepen hebben zich daar nu bij neergelegd.
Centralisme is zo outdated Dit centralistische denken is zo ongelooflijk outdated. De opkomst van internet vraagt juist om DECENTRALISATIE: laat duizend bloemen bloeien. Maak van de publieke omroep de kweekvijver van talent, omarm het experiment, voedt de diversiteit, neem originele posities in.
Ook digitaal mist de NPO aansluiting Ook in de digitale wereld vaart de publieke omroep een centralistische koers. Alle internet-verkeer moet lopen via de sites van de NPO. Dat leidt tot groot ongemak voor consumenten. Luisteraars en kijkers hebben namelijk geen enkele affiniteit met het instituut NPO, ze voelen zich verbonden met programma’s. Als ik iets wil terugzien tik ik de naam van het programma in en hoop ik op deze manier snel het betreffende fragment gevonden te hebben. Ook die weg is de NPO nu aan het afsluiten. Programma’s hebben een relatie met hun klanten. Ze weten hoe ze die moeten bedienen en zijn dus in staat om succesvolle afgeleide producten te bedenken. Maar succes is a pain-in-the-ass van het centralistische denkende apparaat, want zo verlies je argumenten om je er tot op detailniveau mee te bemoeien.
Betuttelend Wil ik als student of coach fragmenten downloaden uit NPO-televisie-programma’s dan kan dat niet. Ik mag wel kijken, ik mag ze niet gebruiken in werkstukken, hoewel alle content toch met mijn belastinggeld is gefinancierd. Op Youtube kom je de NPO maar in beperkte mate tegen en vaak nog met content die door dissidente kijkers- en luisteraars is gestolen en geplaatst. Wil de NPO jongeren bereiken, dan kan dat alleen via een Youtube-achtige omgeving met toestemming voor een ruimhartig gebruik van NPO-materiaal. De zender van de NPO waarmee je jongeren kunt bereiken heet dus geen NPO 3, maar Youtube, 1,2,3,4,5,6,7,8,9,…..
Los van de werkelijkheid De Raad van bestuur gaat niet mee in deze werkelijkheid, maar probeert hem nog steeds naar zijn hand te zetten. Dat klinkt inderdaad Noord-Koreaans. Het is als in het Verenigd Koninkrijk aan het begin van de industriële revolutie. De treinen werden electrisch, maar de vakbond zorgde ervoor dat er nog jarenlang stokers mee bleven reizen. Gebrek aan realiteitszin: dat is er dus mis met de publieke omroep.
NPO houdt niet van ouderen
De NPO houdt niet van oudere kijkers en luisteraars. Het is niet persoonlijk bedoeld. Dat is commerciëel bepaald. Adverteerders zijn voornamelijk geïnteresseerd in de groep van 29 tot 49 jaar. Daarvan ligt het uitgavepatroon nog niet muurvast en die kun je als klant nog binnenhalen. Althans: dat is de perceptie van reclameburo’s die overwegend door 30-ers worden bevolkt. “Het is zoals ZIJ tegen ouderen aankijken”, hoorde ik een kritisch analist ooit zeggen. “Het is niet noodzakelijkerwijs de werkelijkheid”.
Het gaat ook om het geld De NPO volgt slaafs de reclamejongens. De NPO is dan wel niet commerciëel, maar moet toch zo’n 200 miljoen uit de markt halen en daarvoor heb je dus jongeren nodig. DAT is de reden dat 50-plus door de publieke omroep al jarenlang naar de uitgang wordt geloodst.
Hoe ziet die exit er dan uit? Op de radio heet de nooduitgang “NPO Radio 5”. Daar kun je horen welk beeld de NPO heeft van “ouderen”. Dat zijn in nostalgie zwelgende zwevers, die het liefst de hele dag naar Vera Lynn luisteren. Ze willen toegesproken worden op zacht zalvende toon door van empathie overlopende presentatoren, uit wier mond je geen onvertogen woord zult horen. Die presentatoren hebben heel veel geduld met de gasten waarmee ze praten, die niet geschoffeerd mogen worden of tot haast aangezet moeten worden, terwijl haast toch het kenmerk van de ouderen zou moeten zijn, omdat ze het grootste deel van hun toekomst achter zich hebben.
Ik overdrijf nu (een beetje): er zitten ook prachtige programma’s verstopt in de ramsjbak die Radio 5 heet. Programma’s, waarvan je je afvraagt waarom ze niet gewoon op Radio 2 hadden kunnen blijven. O ja: ze moesten weg om ruim baan te maken voor de Top 40 en de Top 2000, 2 keuzes met een grote maatschappelijke relevantie.
Vuilnisbak De NPO heeft van Radio 5 de vuilnisbak gemaakt van de publieke omroep. Alle programma’s die op de andere zenders inmiddels zijn weggesaneerd, omdat de NPO ze eigenlijk niet ziet zitten, hebben onderdak gevonden op Radio 5 en wachen op de definitieve opheffing. Lekker gemakkelijk als er straks verder bezuinigd moet worden: doe het licht uit bij Radio 5 en de NPO is van alles af, waar de NPO al jaren afscheid van wil nemen. Aan Radio 5 ligt dus geen principiële keuze ten grondslag (dan zou ik er vrede mee hebben), maar de zender is onderdeel van een saneringsbeleid.
Kijkers- en luisteraars. Krijgen kijkers- en luisteraars ooit de kans om over het NPO-beleid mee te praten? Nee, in het geheel niet. Er wordt natuurlijk wel aan marktonderzoek gedaan, maar dat geeft de grootste gemiddelde deler altijd gelijk en heeft geen boodschap aan de mening van minderheden.
Scheiden in plaats van verbinden DAT is dus het beeld dat de NPO heeft van de moderne generatie ouderen. De NPO spant zich niet in om generaties te binden, de doelgroepen worden om commerciële redenen juist gesegmenteerd, dus uit elkaar gedreven en dat is er dus mis met de publieke omroep.
TELEGRAAF – Jongeren hebben niets met de NPO
De jacht van de NPO op “de jongere kijker” is volgens Telegraaf-recensent Marcel Peereboom een utopie. De gemiddelde leeftijd van de NPO 1-kijker is 56 jaar, die van net 2 is 61 jaar en naar de jongerenzender, NPO 3, kijken mensen van gemiddeld 44 jaar, schrijft Peereboom. “Laatstgenoemde zender wil graag het allerjongste segment aan zich binden, maar de Youtube-generatie laat zich niet vangen”, schrijft hij. Hij noemt het beleid van de NPO paniekvoetbal. Het leidt in De Telegraaf tot de volgende conclusie: “Zoals topbankiers Oost-Indisch doof blijven voor kritiek van hun eigen klanten, zo leeft de top van de NPO eveneens in een parallel universum. De publieke omroep moet de oudere kijkers koesteren. Zij stuwen de programma’s van NPO 1 tot eenzame kijkcijferhoogten”. De NPO kijkt naar 50 plus als de “niets opleverende, commercieel oninteressante oudere kijker, schrijft Peereboom, maar in werkelijkheid zijn ze voor de NPO “de kip met de gouden eieren”. Rijp voor de slacht. Dat dan weer wel. Gebrek aan lef om voor de ouderen te kiezen: dat is er dus mis met de NPO.
NRC – Geen waarden maar cijfers
Fewer, bigger, better, luidt de nieuwe mantra in Hilversum. Dat schrijft NRC-colomnist Jan Kuitenbrouwer in de krant van vrijdag 11 april 2015. Hij beschrijft daarmee in het kort het “nieuwe” beleid van de NPO. Programma’s zullen bij het ontbreken van succes sneller van de buis worden gehaald, programmaseries worden korter en er komt meer afwisseling.
Zwabberbeleid
Het kan verkeren. Nog niet zo lang geleden verkondigde de NPO precies de omgekeerde strategie: in het kader van de bezuinigingen en de herkenbaarheid zou het aantal titels sterk worden beperkt en zouden van de succesvolle programma’s MEER afleveringen worden uitgezonden.Het oogt nogal wispelturig. Hoe er ook aan de tv en radio-programmering wordt geschaafd: elke keer haalt de NPO zijn eigen doelen niet. Van zulk beleid wordt gezegd: alleen een gek blijft steeds hetzelfde doen in de veronderstelling dat ooit het resultaat verandert.
Rendementsdenken
Fewer, bigger, better: “de bewoners van het Maagdenhuis noemen het “rendementsdenken”, aldus Kuitenbrouwer. “De financialisering van alles. De vermarkting van overheidstaken, de verelendung van de publieke sector”., zo omschrijft de colomnist het. “Geen waarden maar cijfers”.Kuitenbrouwer: Waar de NPO zich nu zo in vastbijt (neo-liberaal denken) is precies datgene wat de samenleving beu begint te worden. “Het leger spijt-op-tanten groeit”.
Het is het beleid van een autofabriek
Fewer, bigger, better:Kuitenbroiuwer vindt het niet zo’n goede typering, want het is ook de nieuwe mantra van Nissan en dat is een automerk.. Waarom al dat geknutsel door de NPO vraagt NRC zich af. “Wat is het “probleem” van de publieke omroep? In zijn huidige vorm kost de NPO ons 3 euro per persoon per maand, een fractie van wat je als ingezetene van Duitsland of Engeland voor dezelfde voorziening betaalt. En een microscopische fractie van wat we jaarlijks aan zorg, onderijws, sociale zekerheid of defensie kwijt zijn. Zelfs totale afschaffing van de publieke omroep zou maar een besparing van 0,3 procent op het overheidsbudget opleveren.
Angst
Het beleid van de NPO wordt gedirigeerd door angst. Angst om tekort te schieten naar de politiek. Maar hoe diep de Raad van Bestuur van de NPO ook buigt naar Den Haag, vrienden zullen ze nooit worden. Daar zorgen Wilders en de VVD wel voor,schrijft Kuitenbrouwer, want die willen de NPO zo klein mogelijk. Wilders uit rancune en de VVD omdat de VVD niet houdt van overheidsfinanciering. Het zou dus wijzer zijn dat de NPO zijn band met het eigen publiek verstevigt.Maar het woordje “dialoog” komt in het vocabulaire van de NPO niet voor.
Dat alles is er dus mis met de publieke omroep….
Comments